Laat je niet vallen

Hoe vind je ouderen met een verhoogd valrisico? En hoe maak je ze van dat risico bewust zonder ze af te schrikken? Met de aanpak Laat je niet vallen lukt het de gemeente Amsterdam ouderen te vinden en ze in beweging te krijgen. Professionals spelen een belangrijke rol. Annelies Krikke, projectleider valpreventie bij GGD Amsterdam: ‘Het is belangrijk dat professionals de doelgroep herkennen, tips kunnen geven en weten hoe ze iemand kunnen doorverwijzen.’

Aanleiding

Alleen al in Amsterdam zijn er jaarlijks zo’n 30.000 valincidenten onder 65-plussers. Die incidenten hebben niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke gevolgen, zoals valangst en eenzaamheid. Daarnaast is de gemeente Amsterdam in 2015 toegetreden tot het WHO-netwerk van Age Friendly Cities. Amsterdam wil voor alle leeftijden een prettige stad om te wonen zijn. 

De betrokken portefeuilles waren ondergebracht bij één wethouder, vertelt Annelies Krikke: ‘Toen we Laat je niet vallen ontwikkelden, had de verantwoordelijke wethouder verschillende gebieden onder zich: ouderen, zorg én omgeving. Dat hielp om het project rond te krijgen en verbindingen te leggen.’

Aanpak

De gemeente heeft geïnvesteerd in een netwerk van deskundige valpreventie-professionals en in bewustwording onder ouderen met een verhoogd valrisico. Dat is gebeurd met de volgende onderdelen:

  1. Communiceren en verbinden om kennis en bewustwording te vergroten
  2. Signaleren en screenen van ouderen met valrisico
  3. Een onderbouwd en samenhangend aanbod van valpreventie-activiteiten samenstellen, van informatiebijeenkomsten en rollator-apk’s tot beweegprogramma’s (Otago en In Balans)
  4. De aanpak continueren en uitbouwen

Annelies Krikke: ‘In de communicatie met de doelgroep hebben we de term valpreventie vermeden. We wilden ouderen niet banger maken dan ze vaak al zijn, maar ondertussen wel bewust maken van het valrisico dat zij lopen. Daar overschatten ouderen soms hun eigen vaardigheden wel een beetje. Daarom kozen we voor een positieve insteek: we helpen u om langer thuis te blijven wonen.’

Resultaat

De resultaten die ouderen behalen met de aangeboden beweegprogramma’s, worden gevolgd met vragenlijsten en fysieke tests. In 2018 leverde dat de volgende resultaten op:

  • Ouderen scoren beter op de fysieke tests. Ruim 80% van de deelnemers aan In Balans boekte bijvoorbeeld vooruitgang op kracht en reiken.
  • Deelnemers zijn zeer positief over de beweegprogramma’s. De deelnemers aan In Balans geven gemiddeld een 8,5 als rapportcijfer, deelnemers aan Otago een 9.
  • Het aantal zelf gerapporteerde valincidenten is afgenomen na het volgen van de In Balans-training, ook zes maanden na het einde van de training.
  • Na zes maanden geeft 50% van de respondenten aan dat ze de oefeningen van In Balans nog steeds doen. 

Annelies Krikke: ‘Deelnemers vallen minder en gaan meer bewegen omdat ze meer durven. Een van de fysiotherapeuten, die veel met ouderen werkt, was echt verbaasd over de resultaten. Zelf vind ik het ook heel positief dat deelnemers blijven bewegen. Na afloop van het beweegprogramma zoeken ze elkaar op om bijvoorbeeld samen te wandelen. Dat is belangrijke bijvangst die niet goed in cijfers is uit te drukken.’

Inzichten

Werkzame elementen

Kennis en expertise professionals

  • De GGD organiseerde per stadsdeel verschillende netwerkbijeenkomsten voor professionals die met ouderen werken. Daar kregen ze uitleg over het programma en motiverende gesprekstechnieken ('motivational interviewing'). Annelies Krikke: ‘Veel professionals vinden het lastig om ouderen te motiveren iets aan valpreventie te doen. Deze gesprekstechnieken helpen daarbij. Daarnaast ondersteunden we de werving met onder andere persberichten, posters en een website.’
  • De GGD organiseerde een basistraining valpreventie voor zorgprofessionals, vrijwilligers en welzijnswerkers. De training besteedde onder andere aandacht aan signaleren. ‘Signaleren is een taak voor iedereen in de omgeving van ouderen, van mantelzorgers tot huisartsen. Voor professionals is het belangrijk dat zij de doelgroep herkennen, tips kunnen geven en weten hoe ze iemand kunnen doorverwijzen. Onze website laat per stadsdeel zien welk aanbod er is.’
  • Betrokken professionals volgden een training over het afnemen van een valanalyse (POH’ers, apothekers, ergotherapeuten en fysiotherapeuten) en beweegprogramma’s (fysiotherapeuten).

 
Informeren en voorlichten 

  • Om hun gedrag aan te passen, moeten ouderen zich eerst bewust worden van valrisico’s en de mogelijkheden die ze hebben om daarmee om te gaan. Annelies Krikke: ‘Je wilt dat ouderen zich bewust zijn van de verschillende risicofactoren, zoals de risico’s in en om het huis. Het is dan wel belangrijk dat het op een positieve manier wordt gebracht. De rollator-apk is bijvoorbeeld gestart als een ludieke actie maar nu een hele mooie manier om mensen te betrekken bij het onderwerp.’
  • Communicatie richt zich niet alleen op ouderen maar ook op de sociale omgeving: mantelzorgers, andere vrijwilligers, buren of de kinderen. ‘We hebben deze groepen ook uitgenodigd voor informatiebijeenkomsten. Het is belangrijk dat zij weten wat de risico’s zijn en hoe je ouderen motiveert. In deze bijeenkomsten gaan we daar met praktijkvoorbeelden op in.’ 


Aandachtspunten

  • Er is tijd nodig om een netwerk op te bouwen van betrokken professionals. ‘Zorg voor goede mensen om je heen die met je meedenken. Er zijn zeker professionals te vinden die zich extra willen inzetten voor het thema en ook tijd vrij kunnen maken om mee te denken en doen. Wij werken bijvoorbeeld nauw samen met een enthousiaste fysiotherapeut die erg goed is in het werven van deelnemers en met een ergotherapeut die enthousiast rollator-apk’s organiseert. Natuurlijk moet je ze tegen het lijf lopen, dat is voor een deel geluk. Maar de kans neemt toe als je veel professionals ontmoet, ze voorziet van goede informatie en er zo nu en dan ook een vergoeding tegenover zet.’
  • Zonder structurele financiering komt de continuïteit in gevaar. Annelies Krikke: ‘We vragen een kleine bijdrage van deelnemers, de overige kosten betaalt de GGD. Toen we begonnen, was er meer budget dan nu. We zijn nu in gesprek met een zorgverzekeraar: hoe kunnen we de kosten gezamenlijk dragen en vanuit ieders verantwoordelijkheid de taken verdelen?’ 


Betrokken partijen

  • GGD (verzorgt de projectleiding)
  • Klankbordgroep met vertegenwoordigers van onder andere ziekenhuizen, thuiszorgorganisatie, apothekers, fysiotherapeuten, ergotherapeuten en enkele ouderen uit de doelgroep (denkt en stuurt mee in de uitvoering, legt verbindingen met lokale partijen)
  • Ouderenadviesgroep (geeft gevraagd en ongevraagd advies, beoordeelt ideeën en communicatiematerialen)
  • Fysiotherapeuten (voeren het beweegprogramma uit)
  • Overige zorgprofessionals, zoals POH’ers, ergotherapeuten en apothekers (signaleren ouderen met valrisico, voeren valanalyse uit en verwijzen door) 

Meer over onderwerpen:

Meer voor werkvelden:

Welkom bij VeiligheidNL!

Wij maken gebruik van cookies om de website optimaal te laten werken op basis van jouw voorkeuren. Daarnaast analyseren en verbeteren wij continu. Lees meer over ons cookie- en privacybeleid.