Ga door naar hoofdinhoud
Beweeggroep van Kaapverdiaanse inwoners

Regisseurs koppelen ouderen en beweegaanbieders aan elkaar in Rotterdam

Praktijkvoorbeeld uit juni 2025

Een valpreventieve beweeginterventie heeft pas effect als ouderen na afloop in beweging blijven. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Veel ouderen ervaren drempels om de stap naar het beweegaanbod in de buurt te maken. En valpreventie-aanbieders weten niet altijd welk beweegaanbod er in de wijk beschikbaar is. Gemeente Rotterdam zet regisseurs in om vraag en aanbod samen te brengen. Beleidsadviseur Nicole van Winden en regisseur Bewegen en Gezondheid Roos van Esch vertellen over hun ervaringen.


Gemeente Rotterdam houdt zich sinds 2016 actief bezig met valpreventie, onder andere met het in eigen stad ontwikkelde beweegprogramma Minder vallen Meer bewegen en het integrale valpreventieprogramma Thuis Onbezorgd Mobiel (TOM). Bij beide programma’s worden balans- en krachtoefeningen gedaan om het risico op een val te verkleinen. De gemeente heeft de coördinatie en organisatie van deze trainingen belegd bij de welzijnspartijen. Zij regelen bijvoorbeeld de fysiotherapeut om de training te geven, een diëtist, gastsprekers en de ruimte. Ook nodigen ze de bewoners uit. 

Nicole: ‘We zagen dat de valpreventieve beweeginterventies goed liepen. De deelnemers kwamen trouw en gingen ook echt vooruit. Ze waren enthousiast en wilden graag verder, maar toch lukte het niet om ouderen goed toe te leiden naar het structurele beweegaanbod in de buurt.’ Uit gesprekken tussen de gemeente, fysiotherapeuten, beweegpartners en de welzijnspartijen bleek dat de verantwoordelijkheid voor het toeleiden niet goed belegd was. Was het een taak voor de coördinator, de fysiotherapeut die de training geeft, of iemand anders? Ook hadden de partijen van tevoren niet duidelijk afgesproken wat ze onder toeleiden verstonden.

Nicole: ‘Toeleiden doe je op verschillende manieren, waarbij je goed kijkt naar wie je voor je hebt. Een zelfstandige senior met een goed netwerk heeft misschien voldoende aan een flyer of een website. Maar een kwetsbare oudere die hulpbehoevend is, moet je echt bij de hand pakken en meenemen naar de aanbieder voor een gastles. Of je vraagt de aanbieder om langs te komen.’

Om de toeleiding van de valpreventieve beweeginterventies naar het structurele beweegaanbod te verbeteren, stelde de gemeente drie regisseurs Bewegen en Gezondheid aan. Zij zijn in dienst van Sportbedrijf Rotterdam en hebben alle drie een eigen werkgebied, zodat ze een vast gezicht zijn voor de coördinatoren en beweegaanbieders in de buurt.

De regisseurs sluiten gemiddeld twee keer aan bij een valpreventieve beweeginterventie. Bij het eerste bezoek inventariseren ze de wensen en behoeften van de deelnemers en kijken ze wat passend kan zijn voor deze specifieke groep. Roos: ‘Elke buurt en elke groep heeft iets anders nodig. In Delfshaven was een valpreventieve beweeginterventie speciaal voor een groep Kaapverdiaanse ouderen. Zij wilden daarna graag samen verder. Voor hen vond ik een geschikte aanbieder die ruimte had voor een groepsplaatsing en toevallig ook Kaapverdiaans spreekt. Bij groepen in Hoek van Holland en Rozenburg heb ik de ouderen laten kiezen uit meerdere beweegactiviteiten die zij samen konden uitproberen.’

Voor elke valpreventieve beweeginterventie maken de regisseurs een overzicht van het sport- en beweegaanbod in de buurt. Roos: ‘Bij ons tweede bezoek aan de valpreventieve beweeginterventie nemen we vaak een beweegaanbieder mee die een clinic geeft. Op die manier leren de ouderen beweegaanbieders kennen en wordt de drempel naar het beweegaanbod lager. Deelnemers krijgen een beweegbon waarmee ze een gratis proefles kunnen volgen. Als die bevalt kunnen ze met een beweegstrippenkaart meer lessen doen. Zo brengen we hen stapje voor stapje in contact met het structurele beweegaanbod. We hopen dat ze zo enthousiast worden om te blijven bewegen.’

Het omgekeerde is ook mogelijk: deelnemers gaan op excursie. Nicole: ‘In dat geval bezoeken ze samen met hun begeleider een locatie waar ze kennismaken met een beweegactiviteit of sport. Dit werkt drempelverlagend. Het helpt als je weet in welk gebouw je moet zijn en als je bij binnenkomst een vertrouwd gezicht voor je ziet.’

Drempels weg en invloed op het beweegaanbod
Eventuele drempels worden door de regisseurs weggenomen. Het beweegaanbod is laagdrempelig en in de buurt, zodat ook ouderen met fysieke ongemakken makkelijk kunnen deelnemen. Veel ouderen zijn niet bekend met sporten en denken dat het niets voor hen is. Roos: ‘Daarom hebben wij het over bewegen en vertellen we dat ze dat in hun gewone kleding kunnen doen.’ 

Ook belangrijk is de invloed die de regisseurs uitoefenen op het beweegaanbod. De coördinator neemt al meteen bij het plannen van een valpreventieve beweeginterventie contact op met Roos of haar collega’s. Zo kunnen de regisseurs tijdig inventariseren wat het beweegaanbod voor ouderen in de buurt is. Roos: ‘En als dat niet voldoende is, dan hebben we tijd om te kijken of we iets kunnen organiseren. Dit laatste gebeurt in samenwerking met onze sportpartners in Rotterdam. Bijvoorbeeld met Sportregie, Sportsupport of SportMee.’ 

Bewegen op muziek is populair, net als bewegen in het water en stoelfit-lessen. Maar uiteindelijk is het sociale element voor de meeste ouderen het allerbelangrijkst, ziet Roos. ‘Samen bewegen en dan een kopje koffie achteraf. Wat we ook zien, is dat sommige groepen vanuit de valpreventieve beweeginterventie samen willen blijven bewegen. Dan gaan we op zoek naar een geschikt beweegaanbod waar ze als groep terecht kunnen. Zo zijn niet alleen de ouderen geholpen, maar ook de beweegaanbieder die ineens een hele groep krijgt.’

Deskundigheidsbevordering
De regisseurs zetten zich ook in voor deskundigheidsbevordering. Ze kijken hoe ze het structurele beweegaanbod voor ouderen kunnen uitbreiden en de kwaliteit ervan kunnen verbeteren, zowel door eigen initiatieven als door andere partijen.

Zo kunnen aanbieders een stoelfit-cursus volgen bij ervaren docenten. Hierin leren ze hun lessen interessanter en uitdagender te maken en ook hoe ze de oudere doelgroep het beste kunnen benaderen. Begeleiders van wandelgroepjes leren om de impact van wandelen te vergroten door onderweg balans- en krachtoefeningen toe te voegen.

Een kwalitatief goed aanbod helpt coördinatoren van valpreventieve beweeginterventies om hun cursisten met een gerust hart toe te leiden naar het structurele beweegaanbod. 

Data verzamelen en efficiëntie verhogen
Om te beoordelen of de inzet van de regisseurs succesvol is, kijkt de gemeente onder andere naar de doorstroom van ouderen van valpreventieve beweeginterventies naar het reguliere beweegaanbod en de kwaliteit van dit aanbod. Daarbij ligt de nadruk op het lerende proces en de voortdurende ontwikkeling. Registratie en het verzamelen van kwantitatieve en kwalitatieve data is dan ook een vast onderdeel van het takenpakket van de regisseur. Zo wordt duidelijk wat goed werkt en wat beter kan.

Nicole: ‘Wat we terug horen van de coördinatoren van de valpreventieve beweeginterventies is erg positief. We zijn nu begonnen vanuit de ketenaanpak valpreventie, de volgende stap is om de regisseurs ook voor andere ketenaanpakken in te zetten.’ Hiervoor moet ook gekeken worden naar efficiëntie. Nicole: ‘De verwachting is dat het aantal trainingen blijft toenemen, maar ons budget is niet oneindig, en dus we kunnen niet een oneindig aantal regisseurs inzetten. We blijven kijken naar hoe het beter kan, maar we kijken tegelijkertijd ook naar of het misschien efficiënter kan, zodat we zoveel mogelijk inwoners kunnen helpen.’ 

Nicole en Roos delen graag de inzichten die ze hebben opgedaan:

  • De regisseur heeft een brugfunctie. Voor de ouderen, maar ook voor de fysiotherapeuten die de valpreventieve beweeginterventies geven en de aanbieders van het structurele beweegaanbod. De regisseurs weten precies waar de valpreventieve beweeginterventies zijn, en wanneer ouderen op zoek gaan naar een geschikt vervolg beweegaanbod. Dit is interessant voor de aanbieders. 
  • Begin op tijd. Zorg dat de coördinatoren al bij het plannen van een valpreventietraining de regisseur inlichten. Zo is er voldoende tijd om het beweegaanbod te inventariseren en, als er niet voldoende aanbod is, te organiseren.
  • Het toeleiden vanuit een interventie naar het structurele beweegaanbod is niet alleen een opgave voor de ketenaanpak valpreventie. Nicole werkt daarom samen met de collega’s van de afdeling Sport, Natuur en Recreatie en andere ketenaanpakken. Zo kun je opdrachten en budgetten bundelen en samen meer voor elkaar krijgen.

Meer over onderwerpen:

Meer voor werkvelden:

Thema

Valpreventie

Elke 5 minuten belandt een 65-plusser op de Spoedeisende Hulp na een valongeval. De gevolgen van een val zijn enorm, zowel in persoonlijk leed als maatschappelijke zorgkosten. Het thema Valpreventie zet zich in om valletsel bij ouderen te verminderen.

Meer over dit thema
placeholder

Meld je aan voor onze e-mail updates om op de hoogte te blijven.