Flyer

Valrisicotest met checklist

Hoe ouder je wordt, hoe groter het valrisico. Helaas zijn veel ouderen zich hier niet van bewust. Het is daarom belangrijk dat jij ouderen met een verhoogd valrisico signaleert en opspoort. Hoe je dat doet? Als professional kan je samen met een oudere de Valrisicotest doorlopen. Met het handige stroomschema en aanvullende vragen kan je eenvoudig inschatten of de oudere een laag, matig of hoog valrisico heeft en bijpassend advies geven.

Hoe kan de Valrisicotest ingezet worden?

Deze kun je uitdelen tijdens bijeenkomsten of gebruiken in een-op-een contact met ouderen. De oudere kan samen met een professional de stappen doorlopen om advies op maat te krijgen. De kaart kan bijvoorbeeld ingezet worden op de volgende momenten:

Tijdens een bijeenkomst zoals een welzijnsactiviteit of Vitaliteitsbijeenkomst/gezondheidsmarkt
Tijdens een voorlichtingsbijeenkomst
Tijdens een huisbezoek
Tijdens een bezoek aan een (zorg)professional

Wie kan de Valrisicotest uitvoeren

De Valrisicotest kan uitgevoerd worden door een vrijwilliger, een professional uit het gemeentelijk domein (zoals welzijnsmedewerker of beweegprofessional) of zorgdomein (zoals fysiotherapeut, ergotherapeut of wijkverpleegkundige).

Waaruit bestaat de Valrisicotest

In stap 1 gaan de vragen over de valgeschiedenis, valangst en mobiliteitsstoornissen. Op basis van deze drie vragen kan snel worden ingeschat of er sprake is van een valrisico.
In stap 2 wordt de ernst van het valrisico beoordeeld. Aan de hand van enkele vragen kan worden ingeschat of er sprake is van een hoog valrisico.
In stap 3 wordt met de looptest beoordeeld of de mobiliteit van de oudere zodanig verstoord is dat sprake is van een matig valrisico.

Instructie looptest:

Neem de looptest af. Markeer een afstand van 4 meter. Om te voorkomen dat de persoon over een lijn gaat ‘koorddansen’, is het voldoende om het begin- en het eindpunt te markeren. Vraag de persoon om te lopen naar de eindmarkering. Meet met de stopwatch de tijd die de persoon nodig heeft om over de eindstreep te komen. De persoon mag twee pogingen doen. De beste poging gebruik je voor het bepalen van de tijd. Tijdens de test is het gebruik van een hulpmiddel voor lopen toegestaan. De uitslag schrijf je op de kaart.
Benodigdheden: meetlint, tape en stopwatch

Als laatste actie vul je het resultaat en het advies in op de kaart die je meegeeft aan de oudere. Gebruik daarbij de Keuzehulp en het Overzicht Valpreventieve Beweeginterventies.

De Valrisicotest inclusief checklist en verwijzing kan je downloaden of bestellen als drukwerk.

Voor een goede beoordeling van het valrisico (laag, matig of hoog) is het belangrijk om de instructie bij de hand te houden.

Instructie gebruik valrisicotest met checklist

(pdf)

Valrisicotest met checklist

(pdf)

Valrisicotest met checklist (per 50 stuks)

€ 6,50 excl. BTW en evt. verzendkosten

Verschil met kaart inschatting valrisico

Met de Valrisicotest met checklist gaat een professional met een oudere in gesprek om te bepalen of er sprake is van een laag, matig of hoog valrisico en geeft een passend advies. Op de kaart inschatting valrisico staan drie vragen waarmee een oudere zelf kan bepalen of er sprake is van een laag of verhoogd valrisico.