Checklist

Checklist valpreventie verpleeg- en verzorgingshuizen

Valpreventie is belangrijk: zo voorkom je leed en letsel bij bewoners. En het scheelt jouw organisatie extra zorg en geld. Hoe goed worden valpreventiemaatregelen binnen jouw woonzorgcentrum toegepast? Met deze checklist zie je in één oogopslag wat er goed gaat, en wat nog aandacht nodig heeft. En je leest wat je kunt doen om jouw organisatie verder te verbeteren.

Quickscan

1. Valpreventie is opgenomen in het organisatiebeleid

Wanneer valpreventie als aandachtspunt is opgenomen in het (kwaliteits)beleid van de organisatie, geeft dit aan dat men echt voor dit thema heeft gekozen. En dat valpreventie ook de nodige aandacht, budget en tijd krijgt.

Gewenst resultaat:

Zowel de Raad van Bestuur, directie als leidinggevenden weten dat valincidenten in woonzorgcentra een groot probleem vormen en dat een actieve aanpak noodzakelijk is.
Valpreventie wordt opgenomen als onderdeel van het (kwaliteits)beleid.
Valpreventie staat op de agenda van interne overleggen.

2. Er is een interne richtlijn/procedure valpreventie binnen de organisatie beschikbaar

Een interne richtlijn/procedure valpreventie zorgt voor een eenduidiger en effectievere aanpak van valpreventie.

Gewenst resultaat:

Er is een valpreventierichtlijn beschikbaar.
Deze richtlijn is gebaseerd op de Richtlijn Valpreventie uit 2017.
In de organisatie is men op de hoogte van deze richtlijn en past men de adviezen toe.
De richtlijn wordt regelmatig herzien en geactualiseerd.

3. In de richtlijn/procedure is een duidelijke, multidisciplinaire taakverdeling te vinden

Omdat vaak meerdere factoren een rol spelen bij valongevallen, heeft een multifactoriële aanpak de grootste kans van slagen. De aanpak sluit aan op de risicofactoren die bij de screening in kaart zijn gebracht. Verschillende disciplines spelen daarbij een rol. Een effectieve valpreventie-aanpak vraagt dan ook om effectief samenwerken.

Gewenst resultaat:

Alle disciplines in het woonzorgcentrum en daarbuiten weten wat hun rol in de valpreventie-aanpak is.

4. Bijscholing over valpreventie vindt minstens een keer per jaar plaats

Scholing zorgt voor meer kennis over en bewustwording van het belang van valpreventie. Scholing helpt elke discipline om voldoende aandacht aan valpreventie te geven.

Gewenst resultaat:

Minimaal eens per jaar wordt het onderwerp valpreventie als scholing geagendeerd.
Aan deze bijscholing nemen alle medewerkers deel.

5. Er is een multidisciplinaire valpreventiewerkgroep actief

Om blijvend aandacht te geven aan valpreventie in de organisatie, is de oprichting van een werkgroep valpreventie van grote meerwaarde. De werkgroep komt regelmatig bij elkaar en zorgt dat alle aandachtspunten worden opgepakt.

Gewenst resultaat:

Binnen de organisatie is een werkgroep valpreventie actief.
Deze werkgroep bestaat uit meerdere zorgdisciplines.
De werkgroep komt regelmatig bij elkaar.
De werkgroep kijkt niet alleen naar de registraties van valpartijen, maar ook naar preventie-activiteiten.

6. Elke afdeling heeft een aandachtsvelder valpreventie

Om een goede link te creëren tussen de theorie (plannen, verbetersuggesties en procedures) en de praktijk, zijn aandachtsvelders essentieel. Zij kunnen signaleren, informeren, bewustmaken en het onderwerp levendig houden op de afdeling. Daarnaast leveren ze input voor verbeteringen.

Gewenst resultaat:

Elke afdeling heeft een aandachtsvelder valregistratie en valpreventie.

Deze aandachtsvelders maken deel uit van de werkgroep valpreventie.

7. Vallen worden goed geregistreerd en de valregistraties worden periodiek geraadpleegd en besproken

Valregistratie geeft inzicht in het ontstaan van valincidenten en de lessen je daaruit kunt trekken. Daarom is het van belang dat elke medewerker op gestandaardiseerde wijze valincidenten onder bewoners registreert.

Gewenst resultaat:

Medewerkers registreren valincidenten continu.
De valregistraties worden periodiek geraadpleegd en besproken.

8. Persoonlijke valrisico-analyses worden uitgevoerd

Binnen de leefomgeving kunnen situaties voorkomen die het risico op een val verhogen. Door dit systematisch te analyseren, worden deze risico’s gesignaleerd en kun je er actie op ondernemen. Daarnaast zijn er risico’s die te maken hebben met de persoon zelf. Door dit systematisch in kaart te brengen, kun je signaleren welke factoren het valrisico negatief beïnvloeden. Vervolgens kun je persoonlijk afgestemde maatregelen nemen om dit valrisico te verminderen.

Gewenst resultaat:

Regelmatig (bijvoorbeeld jaarlijks of eens in de twee jaar) wordt op een systematische manier de leefomgeving gecheckt op valrisico’s.
Bij elke bewoner wordt jaarlijks opnieuw een valrisico-analyse uitgevoerd.
Bij elke nieuwe bewoner wordt een persoonlijke valrisico-analyse uitgevoerd.
Ook na elk ziekenhuisbezoek van een bewoner wordt een valrisico-analyse uitgevoerd.

9. Na het signaleren van een valrisico worden er maatregelen genomen om het risico te verkleinen

De valrisico-analyse helpt om valpreventiemaatregelen helder te krijgen. Bij deze maatregelen kun je onderscheid maken tussen maatregelen die binnen de leefomgeving van belang zijn én maatregelen die specifiek van toepassing zijn op individuele bewoners.

Gewenst resultaat:

Medewerkers zijn bekend met de valpreventiemaatregelen die ze kunnen toepassen.
Medewerkers passen verbeteringen binnen de afdeling of het gehele woonzorgcentrum toe op basis van een omgevingschecklist, als dit tot meer valveiligheid leidt.
Medewerkers voeren een combinatie van maatregelen uit bij elke bewoner, op basis van het resultaat van de persoonlijke valrisico-analyse.
De uitvoering en opvolging van deze maatregelen gebeurt planmatig en multidisciplinair.
Men checkt regelmatig of met de maatregelen het gewenste effect wordt bereikt.