Buurtzorg Nederland ondersteunt medewerkers bij het samenstellen van ‘Buurtzorg Plus-teams’. In deze geïntegreerde thuiszorgteams werken wijkverpleegkundigen nauw samen met een plaatselijke fysiotherapeut, ergotherapeut, diëtist en logopedist. De nadruk ligt op signalering: wijkverpleegkundigen komen veel bij ouderen over de vloer en signaleren valrisico’s in een vroeg stadium. In een maandelijks multidisciplinair overleg met fysiotherapeut en ergotherapeut bepalen ze de meest effectieve aanpak.
Wijkverpleegkundige Marina Beijer is lid van een van de wijkteams in Meppel die onder andere zelfstandig wonende ouderen verzorgen. ‘We komen veel bij mensen over de vloer’, vertelt zij. ‘Ook bij ouderen met een hoog valrisico. Dat heeft ons aan het denken gezet: hoe voorkomen we dat deze mensen binnenkort een val maken?’
In het kader van valpreventie verzorgt fysiotherapeut Sven van der Meer onder andere een beweegprogramma voor ouderen, Vallen Verleden Tijd. Hij werkt al jarenlang nauw samen met het wijkteam van Marina. Samen kwamen ze tot de conclusie dat het team een belangrijke rol speelt bij het terugdringen van valrisico’s. Sven merkt dat ouderen niet zo snel bij hem aankloppen als ze bang zijn om te vallen. ‘Daar schamen ze zich voor. Of ze denken: daar kan ik toch niets aan doen. Het wijkteam is een belangrijke manier om deze groep te bereiken.’
Marina werkt bij Buurtzorg Nederland, dat haar wees op de mogelijkheid van Buurtzorg Plus: ‘geïntegreerde thuiszorgteams’ waarin wijkverpleegkundigen samenwerking zoeken met een plaatselijke fysiotherapeut en ergotherapeut:
Het resultaat van de multidisciplinaire aanpak wordt niet gemeten, vertelt Marina. ‘Dat wil zeggen: we meten het aantal valincidenten voor en na niet. Maar we merken wel dat cliënten mobiel blijven.’ Een ander resultaat is beter zichtbaar: meer ouderen volgen dankzij de aanpak een beweegprogramma bij Sven, krijgen advies van de ergotherapeut of eten gezonder dankzij de begeleiding van de diëtist. Sven speelt een belangrijke rol, vertelt ze. ‘Wij zijn inmiddels goede bekenden voor onze cliënten. Sven heeft als buitenstaander iets meer overwicht en overtuigingskracht. Dat is soms nodig om het gedrag van cliënten te veranderen.’
Het trainen van spierkracht en balans in de thuissituatie vermindert het valrisico aanzienlijk, vertelt Sven. Hij merkt ook dat de samenwerking efficiëntere zorg oplevert. ‘We bereiken sneller resultaat omdat we naar alle risico’s kijken. Als iemand slecht eet of zware medicijnen gebruikt, heeft een beweegprogramma weinig zin. In ons multidisciplinaire overleg bepalen we samen wat de meeste kans van slagen heeft.’ Ook voor de monitoring is samenwerking een aanwinst, voegt hij nog toe: ‘Marina en haar collega’s komen wekelijks bij cliënten thuis. Dan is het een kleine moeite om even te controleren of iemand zich bijvoorbeeld houdt aan een dieet of beweegoefeningen doet.’
In de aanpak van Buurtzorg Plus keren onder meer de volgende werkzame elementen terug:
Signaleren van valrisico’s
Multidisciplinaire samenwerking
Veel ouderen hebben de neiging om valproblemen te ontkennen of onderschatten, legt Sven uit. ‘Ze kloppen uit zichzelf niet zo snel bij een fysiotherapeut aan. Dat heeft te maken met schaamte of onwetendheid. Via de wijkteams komen we toch bij deze doelgroep over de vloer en kunnen we veel schade voorkomen.’
Aan de slag
Hoe signaleer je valrisico?
Screenen van ouderen Om een individueel en effectief advies te kunnen geven aan ouderen kan screening ingezet worden. Hiervoor hebben wij de Valanalyse ontwikkeld. De Valanalyse bestaat uit een snelle Valrisicotest en een uitgebreide valrisicobeoordeling.