Kinderveiligheid
Vijf vragen over risicovol spelen
Ouders kunnen veel vragen hebben over risicovol spelen. Spreek jij weleens met ouders hierover? Hieronder hebben we de vijf meest voorkomende vragen op een rij gezet en voorzien van een helder antwoord.
De 5 vragen & onze antwoorden daarop
Vroeger was het vrij gewoon dat kinderen zich bezig hielden met activiteiten als in bomen klimmen, op geheime plekken spelen of het bouwen van hutten in de bosjes. Tegenwoordig hebben kinderen daarvoor minder mogelijkheden, niet in de laatste plaats omdat we kinderen willen beschermen tegen risico’s. Maar uit steeds meer onderzoek blijkt dat spel met risico’s noodzakelijk is voor een gezonde ontwikkeling van kinderen. De term ‘risicovol spelen’ is door de Noorse pedagoog Sandseter bedacht, om aan te geven welke aspecten van spelen we missen als we kinderen teveel beschermen en wat de effecten daarvan zijn voor de ontwikkeling van kinderen.
Het is goed om onderscheid te maken tussen gevaar en risico. Risico heeft te maken met de kans dat iets niet goed kan gaan. Daarbij bepalen je eigen keuzes voor een groot deel of het wel of niet misgaat. Gevaar is een rechtstreekse dreiging waar je zelf weinig invloed op kan uitoefenen. De grens tussen gevaar en risico verandert naarmate kinderen ouder worden en zich verder ontwikkelen; voor een kind van twee jaar is spelen bij open water een gevaar, terwijl dat voor een 12-jarige een risico kan zijn. Als volwassene moet je kinderen beschermen tegen gevaren, niet de risico’s wegnemen. En als een kind niet zelf de risico’s kan inschatten, omdat het daar de vaardigheden nog niet voor heeft of omdat de risico’s voor het kind niet zichtbaar zijn, moet je als volwassene dus ingrijpen.
Van nature wil je kinderen beschermen. Kinderen risicovol laten spelen wil niet zeggen dat we opeens kinderen helemaal vrij moeten laten. Als volwassene zoeken we een goede balans tussen vrijheid geven en beschermen. Dat is ook een kwestie van uitproberen en opbouwen. Kijk naar wat het kind leuk vindt en wat het al kan. Neem eens wat meer afstand en bedenk voor jezelf ‘wat kan er gebeuren’? Vaak grijpen we uit gewoonte in, daar wil je vanaf. Natuurlijk kunnen mensen ingrijpen als ze bang zijn dat een kind zich zal bezeren. Maar daarbij is het dan ook belangrijk dat er uitgelegd wordt waarom iemand ingrijpt, zodat het kind ervan kan leren.
Het komt voor dat anderen het openlijk afkeuren als ze zien dat je kinderen iets risicovols laat doen, of dat je voorstander bent van risicovol spelen. Dat komt doordat de heersende gedachte is dat je kinderen moet beschermen tegen risico’s. Toch blijkt uit onderzoek dat best veel ouders wel positief zijn over risicovol spelen en de voordelen ervan begrijpen. Het helpt als je met andere mensen bespreekt dat je risicovol spelen van kinderen wilt stimuleren, zodat ze risico’s leren inschatten. Het zal je verbazen hoeveel mensen het met je eens zullen zijn. En geef je samen met anderen die er net zo over denken het goede voorbeeld, dan heb je een grote kans dat je nog meer mensen over de streep krijgt.
De angst voor ernstige ongelukken bij risicovol spelen wordt niet ondersteund door statistieken. Letsels door spelen bestaan vooral uit tijdelijke, kleine verwondingen als schaafwonden, sneetjes of kneuzingen. Het is dus een misvatting dat risicovol spelen leidt tot meer (ernstige) ongelukken.
Juist de angst om kinderen risicovol te laten spelen, kan er voor zorgen dat kinderen eerder een verkeerde beslissing maken in een risicovolle situatie en er zelfs angstig van worden. Kinderen moeten dus leren om zelf een risico in te schatten, maar daarbij is het uiteraard belangrijk te weten waar de grens ligt. Als een kind nog niet in staat is zelf de risico’s in te schatten (omdat het daar de vaardigheden nog niet voor heeft of omdat de risico’s voor het kind niet zichtbaar zijn), heeft het hulp nodig van volwassenen. Zo kun je een kind dat niet kan zwemmen net alleen laten spelen bij open water, terwijl dat voor een 12-jarige met een zwemdiploma niet zo hoeft te zijn.
Lees meer
Meer over onderwerpen:
Meer voor werkvelden:
Kinderveiligheid
Elke 6 minuten belandt er een kind op de Spoedeisende Hulp met letsel door een ongeval. Dit heeft veel impact op het leven van een kind én de ouders. Het letselpreventiethema Kinderveiligheid zet zich in om ernstig letsel bij kinderen te voorkomen.