Laat een baby altijd voelen hoe hij naar een volgende houding komt. Leg de baby dus niet direct neer op z'n buik, maar help hem door rollend van rug naar buik te komen. Dit kun je ook gelijk voordoen aan ouders tijdens een consult. De zachte overgang maakt het voor een baby een stuk aangenamer om te oefenen met de buikligging.

Leg een baby als hij wakker is regelmatig op de buik, maar laat de baby wel voelen hoe hij naar die houding moet komen (zie tip 1). Liever niet op een zachte ondergrond, zoals een bed of dik boxkleed. Op een harder oppervlak, zoals tapijt of een laagpolig vloerkleed, heeft de baby meer weerstand. Dat zorgt voor meer steun onder zijn armen en daardoor kan hij beter oefenen. Leg er eventueel een hydrofiele doek onder voor hygiëne.

Wil je een kind leren opstaan? Doe dat dan volgens de schuttershouding: haal (als het kan) een zitkussen van de bank, zodat de bank wat lager is. Zo kan het kind zich eerst optrekken tot kniestand. Het kind zit dan op de knieën, met de billen op de voeten. Vervolgens staat hij eerst met één been op en daarna volgt het andere been. Je houdt dezelfde volgorde aan als hij weer gaat zitten: eerst weer met één knie naar de grond, daarna volgt de ander.

Laat het kind tussen iets in lopen zodat hij zich kan vasthouden. Schuif bijvoorbeeld de salontafel wat dichter bij de bank, zodat hij van de bank naar de tafel kan stappen en weer terug. Als dit goed gaat kun je de afstand steeds iets vergroten!

Een loopwagen is een handig hulpmiddel bij het leren lopen. Kies voor een loopwagen van hout, die je aan de voorkant kunt verzwaren met blokken of boeken. Doordat de loopwagen wat zwaarder is, kan het kind er een beetje op leunen. Staat het kindje steeds steviger? Haal dan steeds een beetje meer gewicht uit de loopwagen.