Ouderen met een verhoogd valrisico zoeken zelden zelf hulp omdat zij zich bijvoorbeeld niet bewust zijn van het feit dat ze een verhoogd valrisico hebben of vallen zien als iets dat nu eenmaal bij het ouder worden hoort. Het is daarom belangrijk dat professionals een verhoogd valrisico bij ouderen tijdig signaleren zodat zij hen door kunnen verwijzen naar valpreventie aanbod.
Vallen is een multifactorieel probleem waarbij meestal een combinatie van biologische, omgevings- en gedragsfactoren een rol speelt. Betrouwbaar beoordelen van iemands valrisico is daarom complex en vereist meerdere testen, maar het is goed mogelijk om op een snelle manier in te schatten of sprake is van een verhoogd valrisico. Bij thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder wordt aanbevolen een risicoschatting uit te voeren op basis van valgeschiedenis en moeite met bewegen, lopen en balans houden, aangezien dit sterke voorspellers zijn van een (nieuwe) val. Als hulpmiddel kan hierbij Valrisicotest uit de screeningstool ‘de Valanalyse’ worden gebruikt.
Eerstelijns zorgprofessionals zoals huisartsen, praktijkondersteuners (POH) en wijkverpleegkundigen hebben een belangrijke rol bij het signaleren van verhoogd valrisico. Echter, omdat niet alle ouderen contact hebben met zorgprofessionals is het belangrijk om ook anderen die regelmatig contact hebben met ouderen, zoals apothekers, thuiszorgmedewerkers of veiligheids-/ouderenadviseurs te betrekken bij het signaleren.
Signaleren van verhoogd valrisico staat niet op zich. Voor effectieve valpreventie is het van belang dat signalering van verhoogd valrisico wordt gevolgd door verdere multifactoriële valrisicobeoordeling en dat op basis daarvan in overleg met de oudere wordt doorverwezen naar geschikte valpreventie maatregelen. Lees meer in de factsheet Valrisico signalering