Nederland is zeer rijk aan water en het is overal aanwezig in vele vormen zoals tuinvijvers, sloten, grachten, meren, kanalen en rivieren. Veel speelterreinen grenzen ook aan water. Het lijkt een onmogelijke opgave om deze waterpartijen veilig te maken voor kinderen. Jonge kinderen kunnen snel en ongemerkt in een heel klein laagje water verdrinken. De enige manier om oppervlaktewater absoluut veilig te krijgen voor deze kinderen is door te voorkomen dat ze bij het water kunnen komen, hoe ondiep het ook is.
Niet alleen technische aanpassingen zijn belangrijk voor de veiligheid van kinderen. Ouders hebben de taak hun kinderen te leren omgaan met water en om toezicht te houden. Ook is het van groot belang dat kinderen al op jonge leeftijd leren zwemmen. Toch verdienen constructieve maatregelen de voorkeur om de veiligheid van het oppervlaktewater te vergroten. Constructieve maatregelen hebben namelijk boven gedragsmaatregelen het voordeel dat ze altijd en voor iedereen werken.
Uit de onderzoekscijfers zijn drie risicogroepen te herleiden. Kinderen van 0 t/m 4 jaar oud, kinderen van 4 t/m 12 jaar oud en (jonge) nieuwkomers. Bij hen vinden de meeste ongevallen plaats. Deze risicogroepen stellen verschillende eisen aan de omgeving.
Voor jonge kinderen tot vier jaar oud is verdrinking de belangrijkste oorzaak voor dodelijke ongevallen. Bij deze groep kinderen is het van belang te voorkomen dat zij onbedoeld in het water terechtkomen. Deze kinderen kunnen namelijk niet zelfstandig uit het water komen. Kinderen tot 4 jaar spelen in de directe omgeving van hun eigen huis of het huis waar ze op bezoek zijn. Het is belangrijk prioriteit te geven aan deze groep als het oppervlaktewater binnen een straat van 100 meter van woonhuizen ligt.
Andere redenen om extra aandacht te besteden aan deze groep zijn:
Kinderen tussen 4 en 12 jaar oud hebben een beter idee van de gevaren van water. Vaak hebben ze leren zwemmen of weten ze van school of van hun ouders dat water gevaarlijk kan zijn. Bij het beveiligen van oppervlaktewater hoeft de nadruk niet zo zeer te liggen op het voorkomen dat ze op de een of andere wijze bij de waterkant kunnen komen, dit zou gezien hun actieradius (fiets!) en hun motorische vaardigheden (klimmen) ook zeer moeilijk zijn. Als deze kinderen graag bij het water willen komen, zal hen dat uiteindelijk altijd lukken.
Bij deze groep kinderen moeten we voorkomen dat ze ongewild in het water terecht komen, bijvoorbeeld bij scherpe bochten in paden. Ook moeten ze in staat worden gesteld om zelfstandig uit het water te komen. Dit laatste uitgangspunt stelt bijvoorbeeld eisen aan de diepte van het water langs de rand, en aan het hoogteverschil tussen water en land.
Nederlanders met een migratieachtergrond zijn vaker slachtoffer van verdrinking dan autochtone Nederlanders . Bij de 5- tot en met 9-jarigen is het verschil met kinderen met een Nederlandse achtergrond het grootst. Deze (jonge) nieuwkomers en hun ouders, hebben minder kennis over de risico’s van water. Zij zijn over het algemeen minder opgegroeid met informatie over water dan kinderen die geboren zijn in Nederland. Hierdoor onderschatten zij vaak de gevaren van water en overschatten hun eigen zwemvaardigheid.
Verkenning zwemveiligheid VeiligheidNL heeft in opdracht van het kennisdelingsprogramma statushouders een verkenning uitgevoerd over zwemveiligheid bij jonge nieuwkomers. Uit de verkenning lijkt het erop dat jonge nieuwkomers zich niet bewust zijn van de risico’s van (zwem)water in Nederland en het belang van bepaalde zwemvaardigheden. Jonge nieuwkomers gaven in gesprekken herhaaldelijk aan dat ´als zij met anderen zijn, het veilig is om te zwemmen´. Men gaf aan dat ´er altijd op je wordt gelet´. In Nederland kan je er niet vanuit gaan dat anderen op je letten. Daarnaast realiseren Nederlanders zich meestal niet dat jonge nieuwkomers vaak onvoldoende zwemvaardig zijn en nodigen hen uit voor een zwemfeestje of om samen te gaan zwemmen in een rivier, recreatieplas of zwembad. Download de gehele verkenning hier.
Bij deze groep is het belangrijk om ze voorlichting te geven over zwemveiligheid. Ook is het belangrijk dat ouders informatie krijgen over het belang van zwemles en wat zwemles inhoudt in Nederland.
Om het aantal verdrinkingsongevallen terug te dringen is het van belang om een multidisciplinaire aanpak te volgen. De gemeente kan een rol spelen op de volgende punten:
VeiligheidNL heeft samen met Pharos en GGD GHOR Nederland een handreiking gemaakt voor gemeenten, waarin staat wat zij verder kunnen doen voor het bevorderen van zwemvaardigheid. Download de handreiking hieronder.