Ga door naar hoofdinhoud
Jongvolwassenen in auto

Onderzoek: Oorzaken van auto-ongevallen in Noord-Brabant

De meeste auto-ongelukken kunnen voorkomen worden door beter rijgedrag, zowel van de tegenpartij als eigen rijgedrag, zo blijkt uit verdiepend onderzoek naar oorzaken van ongevallen in Noord-Brabant in 2018.

Brabant gaat voor nul verkeersdoden, want elk verkeersslachtoffer is er één te veel. Feiten over ongevallen en slachtoffers geven inzicht in hoe verkeersongevallen hebben plaatsgevonden en welke factoren daar een rol bij spelen. De huidige registratie (BRON) geeft wat dat betreft onvoldoende inzicht. Daarom vroeg de provincie Noord-Brabant VeiligheidNL om verdiepend onderzoek uit te voeren naar de aard en oorzaken van auto-ongevallen.

Onderzoeksmethode

Drie Brabantse Spoedeisende Hulpafdelingen (SEH’s) deden mee aan het onderzoek. Zij stuurden vragenlijsten naar autobestuurders en -passagiers die na een ongeval op de SEH zijn behandeld in 2018. Er zijn 375 slachtoffers aangeschreven en 90 ingevulde vragenlijsten geanalyseerd.

Scenario’s voorafgaand aan ongeval

De meest voorkomende scenario’s voorafgaand aan het ongeval waren:

  • Foutief gedrag: respondent of tegenpartij was bezig met iets anders of nam te weinig ruimte (18%)
  • Verkeerde inschatting of verkeersdeelnemer/object werd te laat gezien (16%)
  • Problemen in de infrastructuur (incl. weersomstandigheden) (14%)
  • Plotseling remmen (14%)
  • Voorrangsfout van slachtoffer of tegenpartij (11%)
  • Slechte lichamelijke conditie of in slaap gevallen (10%)
placeholder
10%
van de respondenten droeg geen autogordel, driekwart van hen was man

Maatregelen die het auto-ongeval hadden kunnen voorkomen

Drie procent van de respondenten gaf aan dat het ongeval niet voorkomen had kunnen worden en 26 procent gaf aan geen maatregelen te weten, of heeft deze vraag opengelaten. De meeste respondenten gaven aan dat het ongeval voorkomen had kunnen worden door beter rijgedrag van de tegenpartij (37%), hetzij door beter op te letten (14%) of door niet te hard te rijden (9%). Ook het verbeteren van het eigen rijgedrag werd door een derde van de respondenten genoemd. Hieronder valt zowel beter opletten (13%), als het niet rijden bij een slechte lichamelijk of geestelijke conditie zoals vermoeidheid (7%) en het niet gebruiken van een telefoon (3%) of alcohol en drugs tijdens/voor het rijden (3%). Een vijfde van de respondenten noemde een verbetering in de infrastructuur, zoals betere verlichting, betere aanduiding van een scherpe bocht, snelheidsbeperkingen gedurende de spits, strooien tegen gladheid en het overzichtelijker maken van kruispunten.

Aanbevelingen voor interventies en vervolgonderzoek

Bovenstaande maatregelen zijn door de respondenten genoemd als mogelijkheden om ongevallen te voorkomen. Daarnaast is het raadzaam om in te zetten op interventies die duidelijk maken dat gedrag (en vermoeidheid) de grootste factor is in het ontstaan van verkeersongevallen. Een toename van het gordelgebruik zorgt ook voor minder letsels.

Wat betreft vervolgonderzoek raden we aan om ongevalsdata verkregen in het medisch proces te koppelen aan locatiegegevens, om zo infrastructurele knelpunten gericht aan te pakken. Daarnaast zou het onderzoek uitgebreid kunnen worden door meer SEH’s te betrekken voor een representatiever beeld.

Meer voor werkvelden:

Thema

Verkeersveiligheid

Jaarlijks worden zo'n 70.000 verkeersslachtoffers op de Spoedeisende Hulp behandeld met ernstig letsel. Vaak is eigen gedrag een belangrijke oorzaak. Het programma Verkeersveiligheid richt zich op het beschermen van de gezondheid van verkeersdeelnemers en op het stimuleren van veilig gedrag in het verkeer.

Meer over dit thema
placeholder