Een gewone loopfiets is een geweldige uitvinding. Zodra een kind kan lopen, kan het beginnen met een loopfiets. Eerst met drie wielen, later met twee. Het is goed voor hun ontwikkeling. Kinderen leren balans houden, zichzelf afzetten en krijgen het gevoel van snelheid. Daarbij ontdekken ze wat ze wel en niet kunnen. Soms botsen ze tegen iets aan of vallen ze. Dat hoort erbij, want juist dan leren ze het meest!

En nu is er dus een elektrische loopfiets, een e-bike voor peuters. Deze heeft een motortje en ouders kunnen via een app de snelheid regelen. Dat klinkt misschien handig, maar eigenlijk haalt het alles weg wat een loopfiets zo goed maakt. Als een kind niet meer zelf hoeft af te zetten om vooruit te komen, mist het een belangrijke kans om balans, motoriek en coördinatie te oefenen. Het gevoel van vrijheid en zelf leren sturen verdwijnt.

Kinderen hebben juist ruimte nodig om zelf dingen te ontdekken. Hoe harder ze afzetten, hoe sneller de fiets gaat. Dat geeft zelfvertrouwen en helpt bij hun ontwikkeling. Ze leren niet alleen motorische vaardigheden, maar ook zelfregulatie, wat betekent dat een kind leert om te gaan met zijn emoties, gedrag en aandacht. Dat is belangrijk voor later, op school en in het omgaan met anderen. Als ouders de controle hebben via een app, leren kinderen dat niet. Ze worden afhankelijk van anderen, in plaats van zelf dingen te proberen en fouten te maken. Maar fouten maken is juist goed! Daar groeien kinderen van.

Helikopteropvoeding – waarbij ouders alles overnemen – werkt niet. Kinderen moeten experimenteren en zelf oplossingen vinden. Daarom hoop ik dat deze ‘veilige’ e-bike voor kinderen snel verdwijnt. Geef ze de kans om op een natuurlijke manier te groeien, te leren en plezier te hebben op een gewone loopfiets!