Verdrinking bij (jonge) nieuwkomers
Nederlanders met een migratieachtergrond zijn vaker slachtoffer van verdrinking dan autochtone Nederlanders. Bij de 5- tot en met 9-jarigen is het verschil met kinderen met een Nederlandse achtergrond het grootst. Deze (jonge) nieuwkomers en hun ouders hebben minder kennis over de risico’s van water. Zij zijn over het algemeen minder opgegroeid met informatie over water dan kinderen die geboren zijn in Nederland.
Uit onderzoek blijkt dat jonge nieuwkomers zich vaak niet bewust zijn van de risico’s van (zwem)water in Nederland en het belang van bepaalde zwemvaardigheden. Hierdoor onderschatten zij vaak de gevaren van water en overschatten ze hun eigen zwemvaardigheid. Daarnaast realiseren Nederlanders zich meestal niet dat jonge nieuwkomers vaak onvoldoende zwemvaardig zijn.
Bij deze risicogroep is het belangrijk om voorlichting te geven over zwemveiligheid. Ook is het belangrijk dat zij informatie krijgen over het belang van zwemles en wat zwemles inhoudt in Nederland.
Zwemveiligheid nieuwkomers voor gemeenten
De gemeente kan een rol spelen om het aantal verdrinkingsongevallen binnen deze risicogroep terug te dringen. Hierbij is het van belang om een multidisciplinaire aanpak te volgen. Dit kan de gemeente doen:
- Aandacht voor veiligheid van water in de wijk
- Vergroten zwemvaardigheid burgers
- Voorlichting over veilig zwemmen
Wat kunnen gemeenten doen voor het bevorderen van zwemveiligheid?
Samenwerken op dit onderwerp?
Meer over onderwerpen:
Meer voor werkvelden: