Ouderen met cognitieve stoornissen zoals dementie vallen twee keer zo vaak als leeftijdsgenoten zonder dergelijke stoornissen. Valpreventie onder deze doelgroep vraagt om een andere aanpak – een multidisciplinaire aanpak, vertelt geriatriefysiotherapeut Marcel Kessels. Hij werkt bij zorgorganisatie Proteion, die zorg aan huis verleent en ouderen opvangt in zorgcentra als thuis wonen niet meer gaat. Hij vertelt over de winst van samenwerking met andere zorgprofessionals én met mantelzorgers.
De multidisciplinaire aanpak die Marcel Kessels en zijn collega’s volgen, bestaat uit de volgende stappen:
‘We behalen mooie resultaten, maar het lukt niet altijd’, vertelt Marcel. ‘We meten de resultaten van de multidisciplinaire aanpak niet. Ik durf wel te zeggen dat we meer bereiken dan wanneer ieder voor zich zou werken.’ Hij noemt het voorbeeld van een vrouw van 83 met vergevorderde dementie. ‘Zij stond op de spoedlijst voor opname in ons zorgcentrum omdat ze bijna wekelijks viel. Zij bleek een heel betrokken familie en partner te hebben. We hebben haar partner geholpen om zijn vrouw te begeleiden bij het bewegen, onder andere met oefeningen en een dagelijkse wandeling. Zij heeft nog twee jaar thuis kunnen wonen en is in die periode slechts één keer gevallen.’
Naast langer thuis wonen en minder valincidenten zijn er ook minder zichtbare resultaten. Marcel: ‘Ouderen met cognitieve stoornissen dreigen geïsoleerd te raken: ze zitten thuis, bang om te vallen. Wij vergroten hun autonomie en daarmee hun eigenwaarde.’ Ook mantelzorgers merken resultaat van de aanpak, vertelt hij. ‘Mensen met cognitieve stoornissen verliezen vaak initiatief. Ze komen niet meer uit zichzelf in beweging. Wij leren mantelzorgers hoe ze daarbij kunnen helpen. Dat geeft ze een kans om iets te betekenen voor hun partners of ouders.’