Valpreventie onder ouderen vraagt om een andere aanpak als ze kampen met cognitieve stoornissen, zoals dementie. Ergotherapeut Astrid Guit, werkzaam bij Ergotherapie Eemheuvel, deelt het praktijkvoorbeeld van meneer Visser (een fictieve naam), die na een val bij haar in behandeling komt. Een eenvoudige taak als zelf koffiezetten kan al een wereld van verschil maken, vertelt zij. ‘Zelfredzaamheid is een optelsom van heel veel kleine activiteiten.’
Probleemschets cliënt Meneer Visser is 87 jaar en leidt aan de ziekte van Parkinson en dementie. Hij woont samen met zijn vrouw in een eengezinswoning. Hij is recent twee keer gevallen: een keer in de woonkamer en een keer ’s nachts toen hij het bed uitstapte om naar de wc te gaan. Hij heeft er geen letsel aan overgehouden, maar zijn vrouw is erg geschrokken. Zij wil voorkomen dat haar echtgenoot nog eens ten val komt. Het had veel erger kunnen aflopen, vertelt ze. Meneer sust de boel: ‘Het is niet zo erg.’ Zijn casemanager heeft Astrid gevraagd om een behandelplan te maken.
Astrid baseert haar behandelplan op een intakegesprek, een omgevingsonderzoek en een cognitieve screening:
De behandeling bestaat uit een combinatie van verschillende maatregelen:
Het resultaat van haar behandeling is niet goed meetbaar, vertelt Astrid. ‘We weten niet wat er gebeurd zou zijn zonder behandeling. Hoe vaak was meneer Visser dan gevallen? Hoelang had hij nog thuis kunnen wonen?’ Daarom meet zij het resultaat af aan andere factoren, zoals de omgeving van de cliënt: ‘Als mantelzorgers weten wat hun rol is, heb ik al een belangrijk resultaat behaald. Zij zijn belangrijk om cliënten actief te houden en te trainen.’ Meneer Visser is overigens niet meer uit bed gevallen sinds de behandeling. En hij gebruikt de toiletstoel. ‘Hij voelt zich minder bezwaard als hij ’s nachts gaat plassen en zijn vrouw krijgt de nachtrust die ze nodig heeft.’ Aan het eind van de behandeling heeft Astrid een eindrapportage gemaakt voor de huisarts.