Door veroudering vermindert de botkwaliteit, neemt de spiermassa af en verliezen gewrichten hun soepelheid. Een optimale voeding kan bij ouderen van positieve invloed zijn op het bevorderen van een goede gezondheid en het behouden van functionaliteit. Hoewel is aangetoond dat tekorten aan bepaalde vitamines en voedingsstoffen zorgen voor onder andere een verslechterde spierkracht en botstructuur zijn er geen voedingsinterventies waarvan is aangetoond dat ze het valrisico bij ouderen in het algemeen verminderen.
Uit onderzoek blijkt dat bij ouderen (zowel thuiswonend als in verpleeg- en verzorgingshuizen) met lage vitamine D waarden, een aanvulling van vitamine D leidt tot minder valincidenten. Het is logisch om aan te nemen dat dit komt door een versterking van spieren en een verbeterde balans. In combinatie met calcium leidt een aanvulling van vitamine D ook tot minder (heup)fracturen bij bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen. Dit laatste effect werd niet bij thuiswonende senioren aangetoond.
Voor valpreventie luidt dan ook het advies om ouderen te screenen op een vitamine D tekort en waar nodig aan te vullen.
Vaak wordt aangenomen dat alcohol een risicofactor is voor vallen bij ouderen. Alcohol kan een negatief effect hebben op de snelheid waarmee men kan reageren op een obstakel. Daarnaast is het zo dat bij (problematisch) alcoholgebruik de kwaliteit van spier- en bindweefsel kan verslechteren en van invloed is op de kwaliteit van de hersenen waarmee indirect het risico op vallen groter wordt. Het is echter op basis van bestaand onderzoek niet direct vast te stellen in hoeverre (problematisch) alcoholgebruik leidt tot een verhoogd valrisico. Ook kan niet worden vastgesteld dat er valpreventie gerealiseerd kan worden door het reduceren van alcoholconsumptie bij ouderen.
Omdat voor andere factoren zoals mobiliteit, spierkracht, balans en medicatie wel directe relaties en deels preventiemogelijkheden bekend zijn om het aantal valincidenten te reduceren, wordt geadviseerd om daar de focus op te leggen.