De meest risicovolle plekken voor ouderen zijn de trap, de badkamer en het toilet. Maar liefst de helft van alle valincidenten bij 65-plussers gebeurt dus in de eigen vertrouwde omgeving, of dat nu in huis of in een instelling is. Deze ongevallen zijn goed te voorkomen door woningaanpassingen en het gebruik van hulpmiddelen.
Systematische inventarisatie van risico’s in huis en de omgeving en waar nodig aanpassen daarvan en het stimuleren van het gebruik van hulpmiddelen zoals trapleuningen, handgrepen in badkamer en toilet en voldoende verlichting zijn maatregelen die veel leed kunnen besparen. Onderzoek wijst uit dat aanpassing van risicofactoren in huis, uitgevoerd door een ergotherapeut of veiligheidsadviseur effectief het risico op vallen omlaag brengt.
In 2011 heeft VeiligheidNL de kosteneffectiviteit van woningaanpassingen berekend. Destijds werden jaarlijks ruim 52.000 ouderen behandeld op de SEH vanwege een val in of om huis of in een instelling. Zo’n 18.000 letsels waren toe te schrijven aan omgevingsrisico's, met een bijbehorend kostenplaatje van 150 miljoen euro. Uit onderzoek blijkt dat woningaanpassingen deze valincidenten met 30-40% kunnen terugbrengen. Dit zou 45 á 60 miljoen euro minder zorgkosten per jaar betekenen (investering in eenmalige aanpassingen niet meegerekend).