Hockeyblessures

Hockey is een populaire sport in Nederland, maar staat ook hoog in het rijtje van sporten met de meeste blessures. Inzicht in het aantal hockeyblessures in Nederland en het ontstaan ervan, is belangrijk om zo veel mogelijk hockeyblessures te kunnen voorkomen. Daarom registreert en rapporteert VeiligheidNL jaarlijks sportblessures in Nederland.

In 2018 gaven naar schatting 4,1 miljoen sporters in Nederland aan in het afgelopen jaar een of meerdere keren geblesseerd te zijn geraakt, met in totaal 5,4 miljoen blessures. Zes procent van deze sporters had een hockeyblessure, wat hockey de vierde sport maakte qua aantal blessures (naar schatting 253.000 sporters). Meer dan de helft van de geblesseerde hockeyers was een vrouw, en ruim 1 op de 6 was jonger dan 18 jaar.

Status

Afgerond

Onderzoek type

Cijferrapportage

Publicatiedatum: 1-7-2019

SEH-behandelingen

In 2018 werden naar schatting 5.700 hockeyers met een blessure behandeld op een SEH. Dat is vijf procent van alle sportblessures op de SEH (0,11 SEH-bezoeken per 1.000 uur hockey versus 0,07 SEH-bezoeken per 1.000 sporturen voor sport in het algemeen). Dat betekent dat hockey een relatief risicovolle sporttak is. Wat betreft het aantal blessures op de SEH in 2018 komt hockey, na veldvoetbal, bewegingsonderwijs en paardrijden, op de vierde plaats.

Blessures die op de SEH worden behandeld, zijn over het algemeen acute blessures. Van de hockeyblessures werd 28 procent als ernstig beoordeeld. Het aantal ernstige blessures dat werd opgelopen tijdens hockey is in de periode 2009-2018 niet significant toe- of afgenomen.

Oorzaken en type letsel

Zes op de tien SEH-bezoekers met een hockeyblessure had de blessure opgelopen doordat de speler in contact kwam met een object, het vaakst een bal (37 procent van alle blessures) of een hockeystick (18 procent). Drie op de tien hockeyers raakte geblesseerd door een val. Meer dan de helft van de blessures op de SEH betrof de schouder, arm of hand (54 procent), en de meest voorkomende hockeyblessure was een fractuur van de hand of een vinger (21 procent). Andere veel voorkomende blessures waren oppervlakkig letsel aan de hand/vingers (10 procent), een hoofdwond (7 procent), een verzwikte of verstuikte enkel (6 procent) en een polsfractuur (5 procent).

Samenwerken op dit onderwerp?

Meer over onderwerpen:

Meer voor werkvelden:

Welkom bij VeiligheidNL!

Wij maken gebruik van cookies om de website optimaal te laten werken op basis van jouw voorkeuren. Daarnaast analyseren en verbeteren wij continu. Lees meer over ons cookie- en privacybeleid.