VeiligheidNL doet onderzoek naar het optreden van en de risicofactoren voor het ontstaan van letsels. Dit doen we op verschillende manieren.
Analyses op de database van ons Letsel Informatie Systeem (LIS) geven inzicht in het soort letsels, de hoeveelheid letsels en de gevolgen van deze letsels. Om beter inzicht te krijgen in de letselproblematiek, de incidentie, de oorzaken en risicofactoren voeren we daarnaast zowel kwantitatief en kwalitatief onderzoek uit. Een voorbeeld van kwantitatief onderzoek is een LIS vervolgonderzoek. Een LIS vervolgonderzoek vindt plaats bij patiënten die in LIS geregistreerd staan. Een steekproef van al dan niet specifieke letselpatiënten (en een controlegroep) wordt dan – via de deelnemende ziekenhuizen – benaderd met het verzoek een (schriftelijke of elektronische) vragenlijst in te vullen. Hierdoor kunnen aanvullende, meer gedetailleerde onderzoeksvragen beantwoord worden. De letselpatiënten worden door het ziekenhuis benaderd aangezien VeiligheidNL geen naam- en adresgegevens van de patiënten heeft. Ook doen we analyses met gegevens over ongevallen en andere leefstijlaspecten, die via de Leefstijlmonitor bij een aselecte steekproef van burgers worden verzameld.
Tenslotte doen we onderzoek naar veiligheidsbeleving, naar doelgroepen voor gedragsinterventies en naar effectiviteit van interventies. Zo evalueren we – in samenwerking met externe onderzoeksbureaus of universiteiten – de implementatie en effectiviteit van onze eigen interventies, trainingen, en (voorlichtings)campagnes, maar doen dit ook voor interventies van anderen. We brengen in kaart hoe en onder welke omstandigheden de interventie werd geïmplementeerd (wat ging goed, wat ging slecht, waarom), of de interventie de doelgroep heeft bereikt, en of de interventie wordt begrepen en gewaardeerd door de betrokkenen. Het effect van een interventie evalueren we meestal met kwantitatief onderzoek. De uitkomstmaten kunnen letsels zijn (via LIS) maar ook gedrag, gedragsdeterminanten of kwaliteit van leven.