Zwemhulpmiddelen voor kinderen

Speciaal voor baby’s is er de baby zwemkraag: een opblaasbare ring die om het nekje van de baby zit. Met deze zwemkraag kan een baby vrij rondspetteren in bad of in het zwembad en blijft het hoofdje boven water.

Een zwemzitje is een opblaasbare band met een plastic zitje, waarin een kind (los) kan zitten. Deze band is vooral bedoeld om kleine kinderen aan water te laten wennen. Echt veilig is het allemaal niet: voor zowel de zwemkraag als het zwemzitje geldt dat ouders altijd bij hun kind moeten blijven als ze dit gebruiken. En bij een zwemzitje moeten ouders ook nog eens opletten dat het zitje niet kantelt als ze ertegen duwen. 

Ga je met een kind dat nog niet kan zwemmen naar een zwembad of zwemmeertje, doe dan altijd zwemvleugels om. Dit zijn opblaasbare of schuimrubberen bandjes die om de armen van een kind zitten. De vleugels zitten hoog op het lichaam van het kind en zorgen ervoor dat ze blijven drijven en het hoofd boven water blijft.
Let op! Zwemvleugels zijn geen reddingsmiddel, maar puur een hulpmiddel om te blijven drijven. Ouders moeten daarom altijd bij hun kinderen blijven, als ze zwemvleugels dragen.

Voor kinderen die nog niet kunnen zwemmen, zijn er ook hele zwempakken met drijfvermogen op de rug en de borst en heel belangrijk: een drijvende kraag. Deze drijfpakjes zijn zo ontworpen, dat een kind horizontaal in het water komt te liggen zodra hij start met het oefenen van zwemslagen. Maar het pakje is ook geschikt voor kinderen die nog te jong zijn om te leren zwemmen. Ze kunnen met hun benen trappelen en komen hierdoor verticaal in het water te hangen. Ook hier geldt: het zwempak is geen reddingsmiddel, ouders moeten dus in de buurt blijven van hun kind. Voor kinderen die nog niet kunnen trappelen, adviseer ik om zwemvleugels te gebruiken.

Tijdens zwemles hebben kinderen vaak een zwemkurk om, gemaakt van schuim of plastic, die als riem om de heupen wordt gedragen. Voor zwemlessen zijn ze prima geschikt, maar buiten de zwemles raad ik ze af.

Een opblaasbare zwemband wordt om het middel gedragen. Kinderen die al goed kunnen zwemmen, kunnen hier leuk mee spelen in het water. Het is dus geen hulpmiddel! Kinderen kunnen namelijk makkelijk uit een zwemband glippen. Of andersom: als een zwemband te strak zit, kunnen kinderen erin blijven hangen en niet meer rechtop komen. Kan een kind nog niet goed zwemmen? Gebruik de zwemband dan altijd in combinatie met zwemvleugels.

Een reddingsvest is een vest met een kraag om de nek. Je draagt een vest om verdrinking te voorkomen, wanneer je onbedoeld te water raakt.

Een reddingsvest zorgt ervoor dat een drenkeling op de rug draait, zodat de mond en neus boven water blijven. Zelfs een bewusteloos persoon kan er niet mee verdrinken. Je kunt al reddingsvesten kopen voor kleine baby's van 2 à 3 maanden.

Een zwemvest is geen reddingsvest  

Verwar een reddingsvest niet met een zwemvest. Zwemvesten hebben namelijk niet het vermogen om mensen op de rug te draaien. Doe kinderen dus alleen een zwemvest om als ze al kunnen zwemmen, en op beschut water zijn waar snel hulp aanwezig is. Kinderen die op een boot worden meegenomen, dragen altijd een reddingsvest.

Maar ook een reddingsvest kun je niet in alle situaties adviseren. Zo raad ik af om een reddingsvest te gebruiken in ondiep water waar kinderen de grond kunnen raken: het is dan niet mogelijk om op de rug te draaien. En ook baby’s die een normale wegwerpluier dragen, mogen geen reddingsvest aan: omdat luiers lucht vasthouden, komen de billen boven water uit en gaat het hoofdje kopje onder. Ouders kunnen het beste een speciale zwemluier gebruiken.

Reddingsvesten zijn er in drie categorieën. Welk reddingsvest het meest geschikt is