Ga door naar hoofdinhoud

Voor de meer kwetsbare ouderen geldt dat bij de uitvoer van een valpreventieve beweeginterventie rekening gehouden moet worden met hun gezondheidsproblemen. Bij deze ouderen moet meer zorg op maat geleverd worden. Het programma moet door een deskundige begeleider op basis van medische kennis worden aangepast aan de mogelijkheden en beperkingen van de oudere. Een fysiotherapeut of oefentherapeut beschikt over de competenties om dit te doen. 
De internationale richtlijn noemt enkele groepen ouderen die (mogelijk) meer zorg op maat vragen: mensen met de ziekte van Parkinson, mensen die een CVA hebben gehad, mensen met milde cognitieve problemen en kwetsbare ouderen. Dit is echter geen limitatieve lijst van aandoeningen. Het gaat namelijk niet om de specifieke aandoening(en) die iemand heeft. Het gaat om het geheel van klachten en beperkingen waar rekening mee gehouden moet worden om veilig en verantwoord te kunnen trainen. Volgens ZIN beschikken huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde over de competenties (klinische blik) om te bepalen of training zonder begeleiding van een zorgprofessional met competenties van een fysio- of oefentherapeut wenselijk, haalbaar en veilig is. En daarmee ook om te bepalen wanneer iemand wel is aangewezen op begeleiding door een fysio- of oefentherapeut. Hierbij kan de indeling van kwetsbaarheid die gehanteerd wordt in de Handreiking kwetsbare ouderen thuis als houvast dienen voor de beroepsgroepen. De KNGF en NVFG hebben in 2023 een adviesrapport gepubliceerd als handvat voor het bepalen of een oudere met een hoog valrisico in aanmerking komt voor een valpreventieve beweeginterventie vergoed vanuit de Zorgverzekering of vanuit het gemeentelijk domein.