Vooral ouderen met een hoog valrisico hebben baat bij valpreventieprogramma’s. Daarom is het van belang deze ouderen op te sporen en indien nodig een uitgebreide analyse uit te voeren.
De eerste stap is vast te stellen of er sprake is van een verhoogd valrisico. Dit kan beoordeeld worden aan de hand van twee criteria, namelijk: valgeschiedenis en moeite met bewegen, lopen of balans houden. Professionals in de eerste lijn die met ouderen te maken hebben kunnen deze risicoschatting doen, maar ook mantelzorgers of ouderen zelf kunnen op basis van deze simpele criteria bepalen of een uitgebreide risicobeoordeling door een professional nodig is.
Een uitgebreide risicobeoordeling van de aanwezigheid van risicofactoren maakt het mogelijk om individueel te adviseren en door te verwijzen. Vallen is meestal een multifactorieel probleem. Daarom is het van belang alle risicofactoren systematisch in kaart te brengen. Het gaat dan om factoren als: mobiliteitsproblemen, gezichtsvermogen, medicatiegebruik, duizeligheid en ADL-afhankelijkheid.
Op basis van de risicobeoordeling kan een multifactoriële interventie geadviseerd worden. Dit is effectief wanneer deze aansluit bij de geïdentificeerde valrisicofactoren uit de risicobeoordeling. Het is belangrijk deze goed te bespreken met de cliënt. De risicobeoordeling maakt valrisicofactoren voor de cliënt zelf namelijk ook inzichtelijk en maakt henbewuster van hun eigen valrisico. Dit kan bijdragen aan een positieve houding van ouderen ten aanzien van het voorkomen van valongevallen en hen motiveren tot zelfmanagement om valongevallen te voorkomen.
Links
Meer over Valpreventie richtlijn 2017 Valanalyse Verantwoording herziening valanalyse