Sportblessures 2019

Ruim 10 miljoen Nederlanders sporten iedere week. Dat is belangrijk voor een gezonde leefstijl en samenleving. Met goede blessurepreventie kunnen sporters ook blijven sporten. Daarvoor heb je inzicht nodig in welke blessures hoe vaak voorkomen, bij welke sport en of er iets is veranderd in de laatste jaren. VeiligheidNL rapporteert daarom jaarlijks de meest actuele gegevens over sportblessures in Nederland. Dat doen we onder andere door een analyse van de sportblessures die terecht komen bij de Spoedeisende Hulp (SEH).

Uit een analyse van de bezoeken in 2019 aan de SEH door sportblessures, blijkt dat veldvoetbal nog steeds leidt tot de meeste blessures. Een derde van de blessures ontstond geleidelijk, door overbelasting. Twee derde betrof een acute blessure.

Status

Afgerond

Onderzoek type

Cijferrapportage

Publicatiedatum: 7-12-2020

5,5 miljoen blessures

In 2019 raakten naar schatting 4,4 miljoen sporters in Nederland geblesseerd tijdens het uitoefenen van hun sport. Gezamenlijk liepen zij rond de 5,5 miljoen blessures op, wat overeenkomt met 3,1 blessures per 1.000 uur sporten. Ruim de helft van de blessures (55 procent) werd medisch behandeld, vooral door een fysiotherapeut. Van de meest voorkomende blessures werden knie- en schouderblessures het vaakst medisch behandeld.

Bij veldvoetbal liepen sporters de meeste blessures op, ruim een vijfde deel van de blessures in 2019 ontstond tijdens voetbal. Ook tijdens fitness (17 procent) en hardlopen (14 procent) werd een aanzienlijk deel van de blessures opgelopen. Gezamenlijk waren deze drie sporten verantwoordelijk voor ruim de helft (53 procent) van de in Nederland opgelopen blessures. In het perspectief van het aantal uren dat aan deze sporten werd besteed, kende fitness een aanmerkelijk kleiner risico op een blessure (1,8 blessures per 1.000 uur) dan voetbal (6,8) en hardlopen (6,1).

Bijna twee derde van de geblesseerde sporters was een man, van de geblesseerde veldvoetballers zelfs 9 van de 10. Tijdens voetbal liepen veel meer kinderen/jongeren in de leeftijd tot en met 17 jaar een blessure op dan tijdens hardlopen en fitness. Een derde deel van de sportblessures ontstond geleidelijk, vaak door overbelasting. Twee derde betrof een acuut ontstane blessure.

SEH-behandelingen

In 2019 vonden naar schatting 112.000 bezoeken aan een Spoedeisende Hulp (SEH) plaats in verband met een sportblessure. Bijna de helft van de blessures werd als ernstig beoordeeld. Veldvoetbal leidt nog steeds tot de meeste SEH-bezoeken door een blessure. In 2019 waren dat er 33.300, bijna een derde van alle SEH-bezoeken voor sportblessures. Op afstand volgde bewegingsonderwijs op de tweede plaats met 11.800 SEH-bezoeken, elf procent van het totaal. Paardensport, hockey en wielrennen maakten de top 5 compleet. Mountainbiken bleek het meest risicovol per 1.000 uur sport, gevolgd door veldvoetbal en wielrennen.

De afgelopen tien jaar is het aantal SEH-bezoeken in verband met een ernstige sportblessure met tien procent gedaald. In deze trend is geen rekening gehouden met veranderingen in het aantal gesporte uren in deze periode, alleen met veranderingen in bevolkingssamenstelling. Aangezien het totaal aantal sporters in deze periode is toegenomen, lijkt er wel sprake van een gunstige ontwikkeling in het risico op een ernstige sportblessure. Wielrennen (+80 procent) en mountainbiken (+71 procent) kennen daarentegen in de periode 2010-2019 een sterke stijging in het aantal ernstige blessures.

Bij de helft van de sporters die in 2019 naar de SEH kwamen, was sprake van een fractuur, en ruim de helft had een blessure aan de schouder/arm/hand. Polsfracturen kwamen het meest voor, gevolgd door fracturen aan een hand of vinger, en verzwikte of verstuikte enkels.

Samenwerken op dit onderwerp?

Meer over onderwerpen:

Meer voor werkvelden:

Welkom bij VeiligheidNL!

Wij maken gebruik van cookies om de website optimaal te laten werken op basis van jouw voorkeuren. Daarnaast analyseren en verbeteren wij continu. Lees meer over ons cookie- en privacybeleid.