Binnen de zorg is veiligheid een belangrijk onderwerp. Zowel in de ouderenzorg als in de zorg voor onze kinderen. Met name letselpreventie is voor deze groepen erg van belang. Zij zijn het meest kwestbaar; privé ongevallen en beweeg- en sportblessures zorgen voor veel medische behandelingen, leveren een grote ziektelast bij deze doelgroepen en relatief veel ouderen overlijden door een valongeval.
VeiligheidNL biedt producten en diensten voor deze doelgroepen in twee thema's:
Kinderen en jongeren verdienen een veilige en gezonde opvoeding. Hierin is een belangrijke rol weggelegd voor de ouders die een goede start kunnen bieden. Verloskundigen, kraamverzorgenden en JGZ-professionals kunnen ouders daarbij ondersteunen. Zodra een kind naar een vorm van voorschoolse opvang of naar school gaat kunnen ook opvangorganisaties en scholen die veilige en gezonde opvoeding ondersteunen en faciliteren. VeiligheidNL helpt om preventie in een doorlopende lijn (van aanstaande ouders, tot verloskundigen, kraamverzorgenden, JGZ, kinderopvang en scholen en kinderen zelf) te versterken. Professionals, ouders en kinderen worden in hun eigen kracht gezet en krijgen kennis en kunde aangereikt om vooral op een positieve manier risico’s op letsels te beperken. Hierbij gaat het niet alleen om het beschermen van het kind maar ook leren, proberen en ervaren. Een basis set aan goed onderbouwde en effectieve producten en diensten staat en wordt goed gewaardeerd.
Het aantal valongevallen bij ouderen en de daarmee gemoeide kosten kunnen worden teruggebracht. Bij gelijkblijvende incidentie lopen deze kosten door de vergrijzing van 780 miljoen euro in 2013 op tot 1,3 miljard euro in 2030. Naast deze financiële kosten weegt natuurlijk ook het persoonlijk leed mee; de impact van een valincident dat leidt tot ziekenhuisopname is voor veel ouderen enorm. Ze zijn veel minder zelfstandig, worden angstig (om opnieuw te vallen of te bewegen), moeten aanpassingen doen in hun woonomgeving, kunnen bepaalde activiteiten niet meer doen of moeten soms zelf opgenomen worden in een verpleeg- of verzorgingstehuis. Ook voor hun naasten en mantelzorgers wegen de gevolgen van een val soms zwaar. Als valongevallen worden voorkómen, kunnen ouderen actief (blijven) participeren in de maatschappij, kunnen zij langer zelfstandig thuis wonen, is er minder kans op vereenzaming, en blijft hun kwaliteit van leven beter behouden.
In de huidige praktijk zijn valpreventie activiteiten sterk versnipperd en wordt onvoldoende gebruik gemaakt van de werkzame elementen in valpreventie. Die werkzame elementen in valpreventie vormen de rode draad in de activiteiten van VeiligheidNL voor het programma Ouder Worden. Hierin is een belangrijke rol weggelegd voor (zorg)professionals die in hun praktijk iets met of aan valpreventie kunnen doen, zoals praktijkondersteuners m.b.t. screening of fysiotherapeuten m.b.t. effectieve beweeginterventies