Tijdens de zwemles wordt vaak gebruik gemaakt van zogenaamde kurken. Dit zijn drijvers van schuim of plastic die een kind met een band om de heupen draagt. Voor zwemlessen zijn ze prima geschikt, maar buiten de zwemles raden wij ze af. Het is veiliger om zwemvleugels te gebruiken omdat deze hoger op het lichaam worden gedragen, zodat het hoofd makkelijker boven water blijft.
Ga je zwemmen, doe je kind dan zwemvleugels om. Dit zijn opblaasbare of schuimrubber bandjes die je om de armen van je kind doet, zodat hij of zij blijft drijven. Doordat je kind deze zwemvleugels om de bovenarm draagt, kan hij of zij het hoofd beter boven water houden. Gebruik opblaasbare vleugeltjes met meerdere luchtkamers. Let erop dat er veiligheidsventielen in zitten. Als het vleugeltje lek raakt, dan is er nog drijfvermogen over.
Doe de vleugels om de bovenarmen van je kind, dicht bij de oksels en blaas ze vervolgens op. Zorg dat de ventielen goed ingedrukt en gesloten zijn. Doe af en toe de bandjes eens af en ondersteun je kind goed. Zo voelt het ook hoe het is om in het water te drijven en bewegen zonder de bandjes. Het lijken tegenstrijdige adviezen die we hier geven, maar het is voor je kind goed om te voelen wat het verschil is tussen drijven in het water met en zonder bandjes. Als je kind een keer in het water valt zonder bandjes, dan is hierdoor ook de kans kleiner dat hij of zij in paniek raakt.
Let op! Doe je kind geen zwemvleugels om in zee bij aflandige wind (wind die richting de zee staat) of in open water met stroming of harde wind. Hierdoor kan je kind afdrijven.
Geen reddingsmiddel Zwemvleugels zijn geen reddingsmiddel, zoals een reddingsvest, maar een hulpmiddel bij het leren zwemmen. Het is daarom belangrijk om altijd bij je kind te blijven als het zwemvleugels draagt, in water met en zonder stroming.
Een reddingsvest is een vest met een kraag om de nek, gemaakt om verdrinking te voorkomen. Het draait een drenkeling op de rug, zodat de mond en neus boven water blijven. Zelfs een bewusteloos persoon kan er niet mee verdrinken. Je kunt al reddingsvesten kopen voor kleine baby's van 2 à 3 maanden. Er bestaan ook drijfhulpmiddelen, vroeger zwemvesten genoemd.
Verwar een reddingsvest niet met een zwemvest. Zwemvesten hebben niet het vermogen om mensen op de rug te draaien. Doe je kinderen alleen een zwemvest om als ze al kunnen zwemmen en op beschut water zijn waar snel hulp aanwezig is. Als je je kinderen op een boot meeneemt, zorg er dan voor dat ze reddingsvesten dragen.
Gebruik een reddingsvest niet in de volgende situaties:
Kooptips Als je een reddingsvest voor je kind koopt, neem hem of haar dan mee en pas het aan. Koop een reddingsvest nooit 'op de groei'. Het vest moet goed passen, wil het goed functioneren. Een goed reddingsvest heeft een harnas of kruisband anders schiet het vest uit als men in het water valt. Test het vest eventueel samen met je kind, bijvoorbeeld in het zwembad. Valt je kind later 'echt' in het water, dan is de kans dat hij of zij echt in paniek raakt een stuk kleiner.
Soorten reddingsvesten Reddingsvesten zijn er in drie categorieën van drijfvermogens. Welk reddingsvest je koopt, hangt af van het soort water dat je op gaat, wat je gaat doen en welke kleding je kind draagt. Het drijfvermogen wordt uitgedrukt in N (newton). Hoe hoger het getal, hoe meer drijfvermogen het vest heeft en des te beter het hoofd boven water wordt gehouden.
Voor kinderen die nog niet kunnen zwemmen zijn er zwempakken met drijfvermogen op de rug en de borst en een drijvende kraag. Deze drijfpakjes zijn zo ontworpen, dat een kind een horizontale positie krijgt in het water om zo de zwemslagen te kunnen aanleren. Kinderen die nog te jong zijn om zwemslagen aan te leren, kunnen met hun benen trappelen en zullen dan een verticale positie krijgen. Voor kinderen die nog niet kunnen trappelen is het advies om zwemvleugels te gebruiken. Een voordeel van het drijfpakje is dat jonge kinderen het zwempakje niet zelf uit kunnen trekken en dat het niet lek kan of kan leeglopen. Let bij aanschaf goed op de leeftijds- en gewichtscategorie, de drijvende kraag en dat de drijvers niet te veel kunnen verplaatsen.
Het zwempak is geen reddingsvest, dus zoals bij alle zwemhulpmiddelen geldt ook hier: blijf in de buurt van je kind.
Een zwemzitje is een opblaasbare band met een zitje waarin uw kind kan zitten. Het is vooral bedoeld om kleine kinderen aan water te laten wennen. Er zijn ongevallen bekend waarbij de zwemzitjes zijn gekanteld, blijf dus altijd bij uw kind. Let er bij het eerste gebruik goed op dat het zitje niet kan kantelen als u er tegen duwt.
Dit is een opblaasbare band die om het middel wordt gedragen. Let wel: het is speelgoed en geen zwemhulpmiddel, gebruik dus alleen een zwemband als uw kind goed kan zwemmen. Een kind kan namelijk makkelijk uit deze zwemband glijden. Ook kan het gebeuren dat de zwemband zo strak om het lichaam zit, dat kinderen (én volwassenen!) in de zwemband blijven hangen en niet meer rechtop kunnen komen wanneer ze op de kop in het water hangen. Kan uw kind nog niet goed zwemmen? Gebruik de zwemband dan altijd in combinatie met zwemvleugels.
De baby zwemkraag is een opblaasbare ring die om het nekje van de baby zit. Met deze zwemkraag kan een baby vrij bewegen in bad of in het zwembad en blijft het hoofdje boven water.
Van groot belang bij elk gebruik van dit product is de sluiting en de naden van de zwemkraag goed te controleren. Volg altijd de instructies op die in de gebruiksaanwijzing staan.
En nog belangrijker: laat je baby nooit alleen in het water drijven met de zwemkraag om. Loop dus nooit weg als je kindje in bad zit, ook niet om even snel iets te pakken. En gebruik je de zwemkraag in het zwembad? Ga dan altijd mee het water in en blijf continu binnen handbereik van je kind!
Voor alle zwemhulpmiddelen gelden andere veiligheidseisen. VeiligheidNL en de Consumentenbond zetten de mogelijkheden op een rij, zodat je als ouder de juiste keuze kunt maken.
Lees het artikel op de website van de Consumentenbond.