Jong geleerd is oud gedaan! Jonge kinderen beginnen zelf al met het nemen van risico in hun spel. Lekker uitproberen en experimenteren; daar leren ze veel van. Bij de allerkleinsten is het natuurlijk wel extra belangrijk dat je in de buurt blijft om in te grijpen als het gevaarlijk wordt. Bij de vormen van risicovol spelen geven we je tips over de voorbereiding en begeleiding bij risicovol spelen specifiek voor die activiteiten. Hieronder geven 6 algemene stelregels.
Ga zo goed voorbereid aan de slag!
Stoer, angstig of vol energie? Jij kent je kind het beste. Kijk en luister goed naar jouw kind. Durft jouw kind alles? Vraag hem waarom hij iets risicovols wil proberen. Bedenk dan een manier waarop dat kan. Maak bijvoorbeeld samen regels.
Is jouw kind bang om iets nieuws te proberen? Vraag hem waarom hij iets niet durft. Bedenk dan een manier om je kind te begeleiden. Zo leert hij om met risico’s om te gaan.
Luister goed naar je eigen gevoel. Jij weet het beste wat je kind wel en niet kan. Het maakt niet uit wat andere ouders niet of wel toelaten. Vertel je kind waarom hij iets wel of niet mag. Benoem de risico’s die je ziet, daar leert een kind van
Ieder kind gaat zijn grenzen verleggen. Het ene kind wil dat mama niet meer meegaat naar het speelplein, het andere kind zit opeens boven in het hoge klimrek. Het is allemaal natuurlijk gedrag. Probeer je daarop voor te bereiden. Kijk goed hoe je kind met het risicovol spelen omgaat. Oefen ermee, als dat nodig is.
Een paar tips:
Maak duidelijke afspraken met je kind. Bijvoorbeeld: Jij mag op het pleintje spelen, als je dat eerst aan mij komt vragen. Kijk hoe jouw kind daarmee omgaat. Kan hij zich daar wel of niet aan houden?
Moedig je kind aan als het iets nieuws probeert en geef de ruimte om te experimenteren. Grijp alleen in als het een echt gevaar is, maar leg uit waarom je ingrijpt en geef tips, bijvoorbeeld bij het klimmen:
"Kijk af en toe naar beneden."
"Zorg dat je je altijd met twee voeten en minimaal 1 hand vasthoudt."
Je kunt het ook voordoen. Het is wel belangrijk dat je kind het zelf doet. Dus neem het niet over en help je kind niet teveel fysiek (bijvoorbeeld door je kind in de boom te tillen).
Let eens op hoe snel je kijk uit! roept als je ziet dat je kind iets spannends doet. Jij wilt hem alleen waarschuwen, maar je kunt je kind daarmee uit zijn concentratie halen.
Probeer om 10 seconden te wachten voordat je roept. Wat gebeurt er? Waarom vind je het eng om je kind iets te laten doen? Hoe groot is het risico eigenlijk? Bedenk hoe je kind zich voelt als hij iets wel (goed) doet. De kans is groot dat hij plezier heeft, dat zijn zelfvertrouwen groeit en dat hij leert van iets nieuws.
Maar grijp uiteraard wel in als het risico onaanvaardbaar is, bijvoorbeeld door je kind te helpen of de activiteit te stoppen. Leg daarbij uit waarom je ingrijpt zodat je kind niet bang wordt maar er iets van kan leren.