Ga door naar hoofdinhoud
Slapend kind in kinderstoel

Veilig slapen in de kinderopvang: veel gestelde vragen

Veilig slapen is een onderwerp waar zowel ouders als zorgprofessionals veel vragen over hebben. Ook vanuit de kinderopvang krijgen wij regelmatig vragen. Daarom hebben we de meest gestelde vragen over veilig slapen voor de kinderopvang op een rijtje gezet. Mis je nog een vraag? Laat het ons gerust weten!

Alle vragen & antwoorden op een rij:

Er is een (model-)protocol ‘Veilig slapen in kinderopvang en bij gastouders’ opgesteld door alle (medische) organisaties die zich bezighouden met babyzorg, zoals consultatiebureaus, kraamzorg, de GGD en VeiligheidNL. De meest recente versie van het (model-)protocol veilig slapen in kinderopvang en bij gastouders vind je hier.

Het protocol is gericht op kinderopvang maar is gemakkelijk om te zetten naar gastouderopvang. Adviezen komen overeen met wat ouders wordt geadviseerd op het consultatiebureau. De adviezen zijn gericht op de leeftijd tot twee jaar. Het modelprotocol besteedt onder andere aandacht aan rugligging, aansprakelijkheid, inbakeren, toedekken, veiligheid in bed, gezondheidsschade door roken, toezicht, buitenbedjes, verantwoordelijkheid PM’er en calamiteiten.

Hieronder de belangrijkste veilig slapen adviezen op een rij:

  • Baby slaapt in rugligging. Als een baby per ongeluk naar de buik rolt ( secundaire buikligging) weer terugdraaien op de rug.  
  • Als een baby zichzelf vlot om en om kan draaien, kan de baby zelf zijn slaaphouding bepalen. 
  • Gebruik slaapzak of laken en deken (eerste twee jaar). Door gebruik van alleen een slaapzak kan een kind niet met hoofd onder beddengoed komen, minder goed rollen, zich niet bloot woelen en minder goed uit bed klimmen. 
  • Geen dekbed (eerste twee jaar). 
  • Wieg of kinderledikant als slaapplek. 
  • Een babybedje moet in Nederland aan bepaalde veiligheidseisen (Warenwetregeling nadere eisen kinderbedden- en boxen kinderopvang) voldoen, onder meer voor wat betreft ventilatie (nooit een gesloten bak) en afstand tussen de spijlen.
  • Bedden met een inwendige lengte kleiner of gelijk aan 900 mm worden beschouwd als wieg en moeten als zodanig voldoen aan de Europese norm voor wiegen (EN 1130). Een kinderwagenbak is niet geschikt als vaste slaapplaats.
  • (Zie bovengenoemd protocol, wetten.overheid.nl of veilligheid.nl voor meer informatie.)
  • Gebruik van een campingbedje is niet toegestaan in de dagopvang. Gelet op de ARBO-voorwaarden die gelden voor het personeel dat werkzaam is in de kinderopvang (en moet tillen) is het onmogelijk daaraan te voldoen bij gebruik van campingbedjes. 
  • Kind niet fixeren in bed en geen voorwerpen in bed. 
  • Baby niet te warm kleden. Een baby heeft het warm genoeg als de nek aangenaam aanvoelt. Temperatuur van de slaapkamer bij voorkeur tussen 16°C -18°C.  
  • Goede ventilatie (frisse lucht) is belangrijk. 
  • Baby niet onnodig blootstellen aan vermoeienissen en stress. 
  • Verstoor zo min mogelijk rust en regelmaat. 
  • Fopspeengebruik consequent hanteren. Omdat veranderingen in routine duidelijk een risico verhogend effect hebben, is het aan te raden om een baby die bij het slapen gaan aan een fopspeen is gewend, die ook in kinderopvang consequent voor het slapen te geven. 
  • •    Voldoende toezicht. Minimaal 1 keer per half uur, liever vaker of permanent.

 
De veilig slapen adviezen berusten op de JGZ-richtlijn Preventie Wiegendood en worden in Nederland breed ondersteund door alle (medische) organisaties die zich bezighouden met babyzorg, zoals consultatiebureaus, kraamzorg, de GGD en VeiligheidNL. De basis wordt gevormd door de door TNO ontwikkelde richtlijn Preventie Wiegendood uit 2007.

Een campingbedje is een veilig bedje (mits niet kapot en correct gebruikt) en mag in de gastouderopvang worden gebruikt. Echter, VeiligheidNL adviseert om een campingbedje niet als permanente slaapplek te gebruiken. 

Permanent betekent: onafgebroken, blijvend of voortdurend. Hier is geen duidelijke grens in te onderscheiden. Als een campingbed gebruikt wordt bij een gastouder voor een slaapje overdag 1 tot 2 dagen per week, dan wordt dit niet gezien als permanente slaapplek, dus dit is toegestaan. Als een kindje bijvoorbeeld 5 dagen per week bij de gastouder is en nog 2x per dag slaapt, dan kun je de gastouder erop wijzen dat een stevig kinderledikant de voorkeur heeft.  Als toezichthouder toets je in hoeverre het gebruik van een campingbedje is opgenomen in de risico inventarisatie en of een campingbedje veilig wordt gebruikt.

Bedden die gebruikt worden in de gastouderopvang moeten voldoen aan het Warenwetbesluit kinderbedden en boxen 1990, niet aan de Warenwetregeling nadere eisen kinderbedden en - boxen 2008 zoals bij de dagopvang. Dit geldt ook voor campingbedjes. Campingbedjes in de gastouderopvang zijn toegestaan en kunnen veilig worden gebruikt, mits de gastouder voldoende maatregelen neemt om de risico´s te verkleinen. Een campingbedje is niet bestemd als permanente slaapplek. 


In het Warenwetbesluit staat dat kinderbedden en boxen ten tijde van de aankoop moeten zijn vergezeld van waarschuwingen van mogelijke gevarenrisico’s waaronder beklemmingsgevaar van kinderen bij te kleine matrassen. In de praktijk zijn deze gebruiksaanwijzingen meestal niet meer aanwezig. Sommige gastouders zijn hiervan vervolgens niet op de hoogte en gebruiken het bedje op een onveilige manier door een extra matras toe te voegen. In een (camping-) bedje dat voldoet aan de gestelde eisen kan een kind niet bekneld raken tussen de matrasbodem en de wand van het bed. Door een extra matras toe te voegen voldoet het bedje niet meer aan de gestelde eisen van het Warenwetbesluit. De flexibele wand zorgt er dan voor dat er ruimte ontstaat als een kindje er tegenaan rolt. Het kindje kan met zijn gezichtje wegzakken tussen de matras en de bedwand en door verstikking om het leven komen.

Bedden en campingbedjes:
De toezichthouder onderzoekt of de veiligheids- en gezondheidsrisico’s door middel van de risico-inventarisatie met het plan van aanpak én het gebruik in de praktijk voldoende zijn verkleind. Dit blijft altijd de verantwoordelijkheid van de gastouder!
Hierbij is het belangrijk om te letten op;

  • Stabiliteit van het bedje (staat het bedje stabiel en recht)
  • Compleetheid van de materialen (is het bedje compleet, bijbehorend matras, missen er geen onderdelen). Extra matras is niet toegestaan.
  • Heelheid van het materiaal (zijn alle onderdelen intact)
  • Stevigheid van het bed en het materiaal
  • Algemene staat van hygiëne en mogelijk te indiceren gezondheidsrisico’s (is het bedje schoon, is er sprake van voldoende ventilatie)
  • Openingen moeten kleiner zijn dan 6,5 cm. Indien de openingen groter zijn, kan het lijf van het kind hierdoor en blijft het hoofd hangen hetgeen tot verstikking kan leiden.

Houd er tevens rekening mee dat:

  • 20% van de kinderen van 24 tot 36 maanden over een hoogte van 60 cm kan klimmen. Kinderen van deze leeftijdscategorie zouden dus niet in het bovenste bed van een stapelbed zonder dak moeten slapen. Indien een kind vanaf dit hoge bed op de grond valt kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
  • Een campingbedje bewust is voorzien van een dunne matrasbodem om het risico op beknelling tussen het matras en de flexibele wanden tegen te gaan.
  • De matras stevig vast moet zitten zodat het voor een kind niet mogelijk is eronder te komen.
  • Een extra matras wordt vaak toegevoegd om het kind meer comfort te geven, echter het risico op beknelling en verstikking wordt hierdoor sterk vergroot. Een op het oog lijkende passende matras, kan door de flexibele zijwanden van een campingbedje toch ruimte creëren tussen de matras en de bed-wand.
  • Hoe dikker de extra matras, hoe groter het risico van beknelling en verstikking als het kind tegen de flexibele zijwand rolt en niet terug kan rollen.
  • Wiegendood kan voorkomen tot de leeftijd van 2 jaar.

Zie de Wet kinderopvang, artikel 1.49 en 1.50 lid 1 (wat betreft BSO-DOV) of 1.56 & 1.56b (gastouderopvang). Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen dag-, avond- en nachtopvang. Dat betekent dat eisen zoals die voor opvang overdag gelden onverkort gelden voor avond of nacht. De opvang moet op alle momenten op een verantwoorde manier worden aangeboden.

Aandachtspunten bij nachtopvang zijn onder andere:

  • Is in het pedagogisch beleidsplan aandacht besteed aan de situatie in de nacht? 
  • Hoe draagt de houder/ gastouder zorg voor de emotionele en fysieke veiligheid gedurende de opvang?
  • Zijn er met de ouders afspraken gemaakt over hoe het kind naar bed wordt gebracht en over het slaapgedrag van het kind?
  • Wordt er in de dagopvang in het beleid rekening gehouden met bijvoorbeeld het vierogenprincipe gedurende de nachtopvang?
  • Is de beroepskracht/ gastouder bekend met wat te doen bij calamiteiten in de avond of de nacht?
  • Is achterwacht op elk moment geregeld. 
  • Is in het veiligheids- en gezondheidsbeleid aandacht besteed aan de situatie in de avond of nacht. 
  • Is de slaapruimte afgestemd op het aantal op te vangen kinderen en is er een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar (DOV)?
  • Is er aandacht geweest voor een slaapprotocol zoals bijvoorbeeld het model-protocol Veilig slapen in de kinderopvang?

Een kinderledikant dat gebruikt wordt in kindercentra moet voldoen aan de Warenwetregeling nadere eisen kinderbedden en -boxen in de kinderopvang


De belangrijkste eisen uit deze regeling om op te letten zijn:

  • spijlafstand ligt tussen 45mm en 65mm;
  • het matras past precies in het bedje, openingen tussen de bedombouw en het matras zijn niet groter dan 20mm;
  • bedden met een bedbodem hoger dan 200mm van de grond moeten een uitvalbeveiliging hebben;
  • de uitvalbeveiliging is minimaal 600mm hoog, gemeten vanaf de bedbodem;
  • bedden met een bedbodem hoger dan 900mm (bovenste bed van een stapelbed) moeten een dakje hebben;
  • de vergrendeling van het bovenste bed mag niet door een kind te openen zijn;
  • het bed moet stevig staan;
  • de bedbodem en de zijwanden moeten voldoende lucht doorlaten, dus geen volledig gesloten wanden.

Een wieg is een bedje met een inwendige lengte kleiner of gelijk aan 900mm. Een wieg moet voldoen aan de Europese norm voor wiegen (EN-1130). 
De belangrijkste eisen uit deze norm om op te letten zijn:

 

  • voor een wieg met spijlen geldt: spijlafstand ligt tussen 45mm en 65mm;
  • de bedbodem en de zijwanden moeten voldoende lucht doorlaten, dus geen volledig gesloten wanden. Een zijwand van open geweven stof, zonder gewatteerde vulling is toegestaan. Een kinderwagenbak is niet geschikt als vaste slaapplaats;
  • de bedbodem is stevig en vlak;
  • het matras past goed in het bedje, zonder grote kieren;
  • een hangwieg mag, mits deze stevig bevestigd is en op een veilige plek hangt.
  • De kinderen slapen bij voorkeur alleen in een slaapzak, zonder laken en deken. 
  • Als extra beddengoed nodig is, wordt het bedje kort opgemaakt (voetjes bij het voeteneinde) en het beddengoed stevig ingestopt. 
  • Het materiaal van het beddengoed (katoen, wol of synthetisch) maakt niet uit, de warmte wordt bepaald door de dikte van de deken; 
  • De bedjes zijn verder leeg, dus geen kussen, een kussenachtige knuffel, zachte hoofd- en zijwandbeschermers, zeiltjes, tuigjes, koorden of voorwerpen van zacht plastic in het bedje. 
  • Er worden geen zeiltjes of matrashoezen met een ondoordringbare laag gebruikt.
  • Laat slaapkamertjes en beddengoed regelmatig luchten.

Meer informatie over een veilig matras en matrassen met een ventilerende toplaag, vind je hier.

Lees meer in ons Veilig Slapen-dossier

Volg de e-learning Veilig Slapen op de Kinderopvang

Aanmelden

Volg de e-learning Veilig Slapen op de Gastouderopvang

Aanmelden

Onze expert

Meer over onderwerpen:

Meer voor werkvelden: