Van beschermen naar versterken
Elke dag belanden er 500 kinderen met letsel op de eerste hulp, 1 kind per 3 minuten. Ons doel is om ernstige letsels bij kinderen te voorkomen. Een goede balans tussen het beschermen en versterken van een kind is hierbij cruciaal. Niet alleen risico’s vermijden, maar ook met risico's leren omgaan. Investeren hierin verkleint de kans op ernstig letsel of een ongeval. Bij hele jonge kinderen ligt de nadruk op beschermen, maar naarmate ze zich ontwikkelen, verschuift de focus naar versterken.
We hebben onze aanpak én de wetenschappelijke onderbouwing van het voorkomen van letsel samengevat in het
.Strategisch model Letselpreventie
Beschermen
Het beschermen van een kind gebeurt door toezicht te houden, hulpmiddelen te gebruiken (denk aan het plaatsen van traphekjes) en door omgevingsaanpassingen (zoals het dempen van een vijver). Beschermen speelt vooral bij de allerjongsten een belangrijke rol.
VeiligheidNL richt zich hierbij op veilig slapen, het veilig vervoeren van kinderen in de auto, op de fiets of lopend. En op het voorkomen van verdrinking, verbranding, verstikking, vergiftiging en valletsel.
Versterken
Het voorkomen van letsel bereik je niet alleen door beschermen en daarmee vermijden van risico’s. Maar juist ook door kinderen vaardigheden te laten ontwikkelen waarmee ze steeds beter met risico’s kunnen omgaan. Het versterken van een kind gaat over het ontwikkelen van vaardigheden op de volgende facetten: motorisch, cognitief en sociaal-emotioneel.
Hoe kun je kinderen versterken?
Je versterkt kinderen door de motorische, cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden gezamenlijk of los van elkaar te stimuleren en te ontwikkelen. VeiligheidNL richt zich hierbij vooral op het stimuleren van risicovol spelen en kinderen veilig leren vallen.
Motorische vaardigheden
Tijdens spelen, bewegen en sporten leert het kind steeds meer bewegingen. Belangrijke vaardigheden om te beheersen ten behoeve van letselpreventie zijn balanceren, vallen, rollen, duikelen en springen.
Cognitieve vaardigheden
Door het hoofd te gebruiken (imiteren, verbanden leggen, risico’s inschatten, leren van eerdere ervaringen, keuzes maken) leert het kind steeds beter wat (on)verstandig is. Belangrijk element in het kader van letselpreventie is het ontwikkelen van risicocompetenties; de vaardigheid om een risicovolle situatie goed in te schatten en ernaar te handelen.
Sociaal-emotionele vaardigheden
Door het ervaren van successen, bijvoorbeeld tijdens samen spelen of sporten, ontwikkelt het kind zelfvertrouwen, en dat maakt het kind sociaal sterker. Dit is een goede basis om te leren omgaan met groepsdruk in risicovolle situaties.
Ontwikkelingsfasen
Elk kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, leeftijden zijn slechts een globale indicatie.
0 tot 2 jarigen - leren waarnemen en bewegen
Zij zijn nog niet in staat om risico’s in te schatten. Daarom ligt de nadruk hier op beschermen.
2 tot 6 jarigen - leren coördineren
Zij beginnen hun grenzen te verkennen en krijgen daardoor meer met risico’s te maken. Beschermen is nog steeds belangrijk, maar de aandacht moet gaan verschuiven richting het versterken van het kind.
6 tot 12 jarigen - leren functioneren
Zij gaan hun grenzen verleggen. Ze krijgen steeds meer met risico’s te maken. Het is belangrijk dat ze vaardigheden ontwikkelen om hiermee om te gaan. Dit geeft zelfvertrouwen. Het versterken van het kind is hiervoor cruciaal.
12 tot 18 jarigen - leren anticiperen
Zij starten een zoektocht naar hun eigen identiteit, wat ze kwetsbaar kan maken. Het ontwikkelende puberbrein zorgt voor gedrag dat vaak door emotie wordt gestuurd en leidt tot impulsieve, risicovolle acties. Van belang is dat kinderen op sociaal-emotioneel vlak worden versterkt zodat ze handvatten krijgen om goede afwegingen te kunnen maken.
Blijf op de hoogte!
Heb jij in je werk te maken met kinderveiligheid en wil je op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen, onze Veilig Opgroeien aanpak en voorlichtingsmaterialen? Meld je aan voor onze e-mail updates!
Aan de slag
Meer over onderwerpen:
Meer voor werkvelden: