Water wordt steeds meer gebruikt als ondergrond voor speeltoestellen. Bij het gebruik van water als ondergrond spelen twee factoren een rol: schokdemping en verdrinkingsrisico.
Elk materiaal heeft een bepaalde schokdemping. Van water is het niet bekend wat de schokdempende waarde is. Er zijn geen 'HIC-testen' (Head Injury Criteria) gedaan op water. Deze HIC testen worden op bodemmaterialen uitgevoerd om te bepalen wat de maximale valhoogte is bij het materiaal. Een dergelijke test is niet uitgevoerd voor water en het is onduidelijk of het wel vergelijkbare gegevens op kan leveren. Het is wel belangrijk de schokdemping van water te weten omdat je zo kunt voorkomen dat iemand hard op de bodem of een ander obstakel onder water terecht komt.
Voor waterglijbanen zijn er richtlijnen voor de diepte van het plonsbad. Deze staan in de Europese norm voor waterglijbanen (NEN-EN 1069). Hoewel de landing in een plonsbak niet vergeleken kan worden met de landing van een speeltoestel geven deze diepten wel een handvat.
Tabel: Diepte plonsbad
Bron: NEN 1069-1: 2000
Voor het plaatsen van een startblok is er een minimum waterdiepte van 1,4 meter vereist. De waterdiepte onder een duikplank moet minimaal 2 meter zijn.
Verdrinking is de belangrijkste doodsoorzaak voor kinderen van 0 tot en met 4 jaar. Een verdrinking kan snel en stil plaatsvinden in 5 cm water. Kleine kinderen hebben een zogenaamde duikreflex, hierdoor slaan ze vaak geen alarm als ze onder water raken. Ook kunnen kinderen die op de rug drijven water binnen krijgen en zo ongemerkt verdrinken. De waterdiepte is van invloed op het verdrinkingsrisico. De kans op verdrinking is groter in diep water dan in ondiep water. Een nadeel van ondiep water is dat het uitnodigt tot rennen en dit kan juist weer botsingen en glijpartijen veroorzaken. Er zijn hiervoor echter geen harde grenzen te geven. Behalve de waterdiepte zijn ook de bodem en het doorzicht van het water van belang. Als u overweegt water als ondergrond te kiezen bij een speeltoestel, kijk dan ook eens op de website van VeiligheidNL, onder het kopje water in de wijk.
Behalve dat het water een effect heeft op de consument heeft het water ook een effect op het speeltoestel zelf. In sommige gevallen bevat dit water zelfs chemicaliën zoals bij een zwembad. Het materiaal van waterspeeltoestellen moet daarom geschikt zijn om constant met water in aanraking te zijn. Geschikte materialen zijn onder andere: roestvrij staal, metaal verzinkt en gepoedercoat, hoogwaardig polyester en andere kunststoffen.